maandag 27 augustus 2012

Minder werkdruk BJZ door échte oplossingen


De Jeugdzorgbranche zou met minder geld meer eer kunnen behalen. En mogelijk kan zij, nadat te vaak bewezen is in haar omgang met gewone gezinnen dat er veel schort aan de huidige werkwijze, ook zelf-reinigend gaan werken.
Naar aanleiding van “Aanpak regeldruk zorg voor jeugd” en Meldpunt RAP (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/jeugdzorg/aanpak-regeldruk-zorg-voor-jeugd)

in de werksfeer, dat de jeugd ernstig kan treffen en waar nauwelijks een wil tot doorverwijzen naar een diagnost of specialist aanwezig bleek, en (na een decennium) geen beroepscode, -tuchtrechtelijke normering, en beëdiging op rechtszittingen bestaat, is het nog verder verminderen van regeldruk gevaarlijk, dubieus…

Het vragen om onnodig meer geld is verspilling, want het kan goedkoper en gezonder voor het kind.

Inleiding

Eerst zien we dat de regeldruk verminderd kan worden door betere doorverwijzingsmen-taliteit en -beleid (in wetgeving).

En we onderkennen dat schotwerking in de jeugdzorg tot problemen kan leiden die de regeldruk verhogen.

Verminderen van werkdruk

Echte vermindering van regeldruk ontstaat in BJZ (Bureaus jeugdzorg, AMK of CJG) door niet te suggereren op basis van laagwaardige, ongecontroleerde informatie van derden (ondeskundigheid bij school, huisarts of buurtbewoner; of een AMK-melder) en door niet rechters te misleiden ten behoeve van het halen van bezettingsgraden in de ‘jeugd-zorg’.

Voorbeeld: AMK krijgt een melding van een invallend huisarts. Moeder en kind hebben jeuk en roodheid. Zalfjes hielpen niet en moeder blijft klagen. AMK zorgt voor OTS en uithuisplaatsing (UHP) via de RvdK. http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2011/12/klachten-bureau-jeugdzorg-demet-tv.html

Moeder laat nog een bouwkundig onderzoek doen waaruit bleek dat er glaswolsplinters uit het ventilatiesysteem kwamen. BJZ googelt niet op ‘ARBO, ziekte en glaswol’, en accepteert niet dat dit voor werknemers wel een ziektebeeld oplevert. Bewoners mogen dat niet van BJzR. De uithuisplaatsing met vele pleeg-over­plaatsingen en seksuele betasting voor het jonge kind (6) lijken te schaden, maar BJZ blijft vreemde eisen aan moeder stellen, die moeder onder protest inwilligt om het kind weer thuis te krijgen, maar de hoog-gekwalificeerde beëdigde diagnostische rapporten worden door de gezinsvoogd van tafel geveegd. Een anoniem advies, dat door BJZ is geënsceneerd, wordt door BJZ wel als een ‘diagnostisch rapport’ aangedragen bij de rechter, maar moeder kreeg geen afschrift of inzage. Keer op keer wordt met smoesjes een UHP-verlenging bij de rechter geregeld en verkregen. De rechter moest afgaan op het geloof in het woord ‘professional’. Dit zien we vaker. Weet u wat ‘professional’ betekent in de jeugdhulp (CJG/BJZ)? De schoonmaker op de gang van BJZ is ook professioneel!

Dus regeldrukvermindering ontstaat door het slechten van de mentaliteit en het beleid dat schotten in de jeugdzorg overeind houdt. Het wegnemen van schotten kan door wettelijk verplicht door te verwijzen naar een passend specialist/diagnost. Dat lost veelal op.

Door minder aan OTS- en UHP-werkgelegenheid te doen, kan de werkdruk verminderen, zowel bij de indicerende afdeling van BJZ/CJG als –na het minder laten toestromen tot OTS– bij de gezinsvoogd. Echt onderzoek tot kinderbeschermende maatregelen zou enkel door een genormeerde Raad voor de Kinderbescherming dienen te geschieden.

Inspanningsverzuim en insinuaties

Dan hoeven de BJZ-werkers minder tijd te besteden aan insinuaties verzinnen, eigen inspanningsverzuim af te schuiven op het conto van ouders, rechters te misleiden met “ik ben ‘professional’” als de onderbouwing tot OTS of UHP te zwak bleek, en er geen echte uitleg gegeven kon worden dat een maatregel beter zou werken, etc..

Met deze “Aanpak regeldruk zorg voor jeugd” wil de lobby van Bureaus jeugdzorg het – bewust of onbewust – gemakkelijker maken voor de BJZ-werkers om hun ‘werk’ te doen op te laag niveau (in strijd met IVRK art. 24), met te weinig zin in doorverwijzen naar echte diagnostiek.

Diagnostische zwaargewichten

Prof. RJ van der Gaag pleitte “voor kinder- en jeugdpsychiaters als ‘diagnostische zwaargewichten’ in de poort die bij de triage helpen om lange, frustrerende, mislukte hulpverleningsprocessen te voorkomen.” Hij was toen al van mening “dat het goed zou zijn, als de psychiater (die ook arts is) in het multi­disciplinaire overleg (‘team’) een coördinerende taak krijgt èn eindverant­woordelijke is!”… de cliënt dus moet zien en onderzoeken. (Oratie Nijmegen, ‘Kinder &-jeugdpsychiatrische diagnostiek en classificatie: ”samen verdiepen… of koppie onder”’)

Directe toegang tot de specialist via de gewone weg van de huisarts (‘doorverwijs­briefje’) is nog goedkoper en net zo effectief.

Schotwerking

De a.s. jeugdwet wil ook minder schotten, schotten die ontstaan door de financierings-budgets van de overheid. Niet-indiceren als het wegnemen van een schot is onzin:

Ook de gemeenten moeten hun portie budgetteren: de CJG krijgt voor dit zoveel en voor dat zoveel, en de gemeentelijke AMK krijgt zoveel, en elk onderdeel wil zijn werkgelegenheid beschermen, dus blijven er op lager niveau natuurlijkerwijs schotten bestaan.

Om hulp te krijgen moet er geïnventariseerd worden welke hulp nodig is; dat heet indiceren; dat moet dus gebeuren, en waar een onderdeel zijn budget wil behouden voor volgend jaar, moet er zuinig met doorverwijzen naar een hulp achter een schot omgesprongen worden; dat kan waar de indicerende voor z’n eigen werkgelegenheid kan zorgen: gezinsvoogdij! Diagnos­tiek dat via ‘jeugdzorg’ verloopt is minder toegankelijk dan via een verwijzing bij de huisarts.

De huisarts is dus een gezonder alternatief, minder regeldrukgevoelig! En de huisarts is wel gebonden aan tuchtrechtelijke normering en ethische code. Dat is meegenomen t.o.v. BJZ-werkers met een lage SPH-opleiding dat geen diagnostische bevoegdheid geeft.

Schotten in de ‘jeugdzorg’ houden dus diagnostiek, echt (psycho)medisch onderzoek, tegen.

Jeugdzorg is dus niet de oplossing voor hulpzoekenden, hoe gedecentraliseerd ook. Echte diagnostiek door specialisten werkt sneller en effectiever. Dus is dit goedkoper dan BJZ.

Decentraliseren met gaten in overzicht

Zo is ook een gedecentraliseerd AMK evenzo niet de oplossing tegen kindermishandeling: waar er veel kinderen met omgangsregelingen na scheiding leven, ontstaan situaties dat er in meer gemeenten vertoeft wordt; meldt men bij de ene gemeente dan weet de andere van niets.

Laatst onderzocht de inspectie een peuter-dood. Zelfs > 3 meldingen van ziekenhuis, grootouders enz. (http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/08/oma-doet-aangifte-tegen-bureau.html) drongen niet door tot het bewustzijn van de AMK-werker, omdat 'de eigen protocollen' ondermaats waren, en boven de wetgeving uit zouden gaan. De smoes dat er volgens protocol was gehandeld, was ‘bewijs’ dat de werker niets verweten kon worden! Wat hield de functiebeschrijving in? Dat geeft de mate van ‘zorg’ in BJZ weer?! Willen we dit?

Voorbeeld: Een kind woont wekelijks afwisselend bij z’n vader en dan weer bij z’n moeder, de ene in Amsterdam, de andere bij Groningen. Er wordt een AMK-melding gedaan in stad Groningen, die niet het dossier heeft of kent van Amsterdam en van het dorpje. De melding wordt niet herkend. De SSF had reeds een advies gegeven om tot een Làndelijk Meldpunt Kindermishandeling (LMK) te komen, dat de melding laat beoordelen in een Landelijk Coördinatie Centrum (LCC), dat voor degelijk onderzoek een genormeerde Raad voor de Kinderbescherming kan inschakelen voor vervolgtraject; deze Raad kan dan weer waken over een juridische maatregel of doorverwijzen naar een diagnost in vrijwillig kader. (vindplaats: https://dl.dropbox.com/u/2479159/2012%20Jeugd-beschermingsplan%20Meldingen%20-SSF.pdf; schema op pag. 11 en normen voor de RvdK op pag. 8). Zo keurt de slager niet zijn eigen vlees.

Regeldruk…

Of men nu centraliseert of decentraliseert... er blijven budgets, dus schotten in de zorg voor jeugd, tenzij men voor vrijwillige hulpverlening de gang via de huisarts weer in ere herstelt (niet doorverwijzend naar CJG of BJZ, maar naar een passend specialist).

De regeldruk vergemakkelijken waar al geen (hoogwaardige en openbare) ethische code of genormeerd tuchtrecht bestaat, is een gevaar voor het ontwikkelingsbelang van het kind.

Een kind kan veel narigheid oplopen waar een gezinsvoogd de macht grijpt, er geen valide controlemechanisme bestaat, het BJZ aan het budget denkt en bezettingsgraden moet vullen, en de rechter geen benul heeft hoe hij misleidt wordt door BJZ/CJG/AMK/RvdK.

Uithuisplaatsing schadelijk

Het uithuisgeplaatst-zijn is sowieso schadelijk voor een kind; het wordt door het kind NIET als ‘veilig’ ervaren en schaadt dus (jeugdpsychiaters, wetenschappers).

De omgangsregelingen bij UHP zijn veelal ondermaats (minder dan 2 dagdelen per week) en hebben zo ook een schadelijke uitwerking op het kind, met PAS, minderwaardig­heidscom­plexen, hechtingsschade en loyaliteitsconflicten als gevolg.

De overgang tot kinderbeschermende maatregelen, na melding of OTS-aanvraag, dient enkel te geschieden door degelijk eigen onderzoek bij een genormeerde Raad v.d.K., naar het advies van de SSF. BJZ dient –als gezond plan– te verdwijnen (IVRK 24: kinderrecht op hoogst mogelijke mate van gezondheidszorg: dus diagnostiek i.p.v. speculeren).

Het artikel op http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2012/08/voorstellen-tot-echte-bescherming-van_9.html is duidelijk. Ook de daar gegeven andere wetenschappers en advocaten zien naast ouderondersteuners en ouderorganisaties het falen van de echte zorg voor de jeugd binnen de macht van ‘jeugdzorg’ (BJZ). Tot schade aan het kind.

Incidentenpolitiek dat leidt tot schotten (budgetteringen) is gevaarlijk voor onze toekomst, onze kinderen, al schept het zorg-werkgelegenheid, maar dat moge niet de bedoeling zijn!

Doorzie de mooipraat van de BJZ-lobby. Het heeft geen kwaliteit en controlemechanisme, waar de SSF reeds lang op wees. Bezuinig op BJZ: schaf BJZ af!

Familierechtszitting openbaar

Geef enkel ouders welwillend het recht een familierechtszitting onder artikel 803 Rv gedeeltelijk of geheel openbaar te laten zijn, daar zij tegen evt. insinuaties vanuit BJZ/CJG/AMK het recht moeten hebben een getuige of deskundige mee te laten komen. Daar hoeft een rechter geen extra en kostbare oordeel-tijd aan te verspillen. Dit is een controlemechanisme tegen de beweringen vanuit de jeugdzorg. Dit is nodig waar het klachtrecht niet werkt (een kind kan gestraft worden met minder omgang als ouders klagen of bezwaar maken, hoe gegrond ook) en de inspectie slechts aan meta-analyse doet en geen individuele zaken behandelt, naar hun zeggen.

We zien onder andere bij adoptiezaken dat het onderliggende gedragsprobleem door de jeugdzorg niet herkend wordt en er een schadelijk traject wordt ingezet onder dwang van de gezinsvoogdij, dat een geadopteerde hulpmijdend maakt waar adoptiezorg geboden was.

Voorbeeld: Puberende geadopteerde loopt weg. School geeft zonder toestemming van de ouders informatie aan de crisisafdeling BJZ dat verkeerd geïnterpreteerd kan worden (wegens manipulaties door een hechtingsgestoorde) en werd. Ouders kregen te verstaan van BJZ dat ze hun kind niet meer mogen zien en opvoeden (BW1:247). En ouders en kind mochten elkaar niet contacteren per brief, mail of telefoon. Er werd geen informatie doorgegeven door of via BJZ aan ouders (i.t.t. McMichael-arrest EHRM 24-02-1995). De adoptiedochter wordt in een begeleid-woon-traject gestopt, niet specifiek voor geadopteerden. Kind vraagt evenals de ouders om een adoptiedeskundige. Na 4 maanden pas en zonder deskundige gezien te hebben, komt er een OTS met UHP. Het kind blijft zonder therapie in een algemene puberwoning. Het Plan van Aanpak en indicatiebesluit van BJZ komt pas na een jaar en een kort geding. Deze rechter ziet de nalatigheid van BJZ en laat de gezinsvoogd een intentieverklaring tekenen om onmiddellijk alsnog te laten diagnosticeren met een adoptiedeskundige erbij; de rechter geeft tevens een 3 maanden extra recht op deze jeugdzorg vanwege het 18 worden van deze geadopteerde met lagere geestelijke leeftijd. De geadopteerde heeft haar jongere brusjes in het land van herkomst moeten verzorgen, heeft de ervaring dat de biologische moeder is vermoord en ze misbruikt is in de pleegsituaties aldaar. Ook heeft het adoptieproces invloeden gehad waar de jeugdzorg geen antwoord op gaf in natura zorg alhier. Waarom mochten de geadopteerde en adoptieouders van BJZ (met de nodige dreigementen van ontzetting) geen contact met elkaar hebben, en mocht er niet aan hechting gewerkt worden??

Ook zaken met (mogelijke) hechtingsproblematiek worden niet herkend of worden daarop niet naar de juiste deskundige doorgestuurd; het uithuisplaatsen als gebezigd middel is geen juiste ‘therapie’ hiervoor.

Sociaal werkers kunnen niet met BJZ-cursussen op universitair niveau komen, terwijl BJZ onterecht, gezien het bijgaande Jeugdbeschermingsplan, wel om meer en meer geld hiervoor lobbyt.

Ik zie dat men niet makkelijk snapt dat schotten altijd blijven bestaan als een overheid, hoe laag ook, moet budgetteren voor de ene en voor de andere afdeling, etc.

Zo lijkt het gevaar van onnodig eigen werkgelegenheid scheppen bij de sociaal werkers uit CJG en BJZ niet geweken.

Scheiding tussen vrijwillige jeugdhulp en gedwongen beschermingsmaatregelen

De scheiding tussen vrijwillige jeugdhulp-vragen en de toeleiding tot gedwongen beschermingsmaatregelen mag niet bij één instantie liggen! Voor deze beroepsgroep is met dit bijgaand plan meer eer te behalen.

Dit bijgaande plan is landelijk bedoeld.

Gemeenten moeten enkel vrijwillige hulp laten verlenen (CJG > diagnost of specialist).

t/o

Een Landelijke, goedkopere tak (dan BJZ-AMK nu) die meldingen behandelt: LMK > LCC > RvdK, genormeerd en tuchtrechtelijk ethisch (pag. 8+11 bijlage 2012).

Ouderorganisaties ervaren bij hun leden dat het keuren van het eigen werkgelegenheidsvlees door sociaal werkers qua opleidingsniveau (bij CJG en BJZ) nogal wat schade en frustraties in de hand werken.

Men moet de doelgroepen eerst in beeld hebben, voordat men met het smoesje komt dat alle ouders onder OTS slechte, niet-betrokken, onwelwillende en niet-leerzaken multiproblem-ouders zouden zijn.

Het is een feit dat vele OTS-ouders met hun kind onder die beschermingsmaatregelen niet thuis horen, maar daar terecht kwamen door de onkunde van deze beroepsgroep. De onwelwillendheid om te laten diagnosticeren.

Deze beroepsgroep is het afgelopen decennium niet zelf-reinigend gebleken.

Vandaar dat er een scheiding dient te komen. De gemeenten voor vrijwillige jeugdhulp; en landelijk één Raad dat onder normen en beëdiging, diagnostisch onderzoekt. Dus niet op basis van geruchten van diegenen die onderzoek verwachten, waar het gerucht als feit wordt doorgegeven door het AMK aan de RvdK. Zo gaat het mis.
 
Advocaten ondertekenden:


Wetenschappers buiten de betaalkring van BJZ gaven de oplossing: IBAP voor de eerste doelgroep, pleeg- en adoptiegezinnen (en onthechtingsverschijnselen); voor andere doelgroepen andere deskundigencentra, allen met diagnosten.

Ouderondersteuners melden misstanden

Ouderondersteuners melden misstanden in deze beroepsgroep jeugdzorgers.

Raadsheren en sommige rechters zoals mr. Van Teeffelen (FJR, 10, 2010, pag.248-249) zien de onbekwaamheid van deze beroepsgroep, maar zij zijn geen jeugdpsychiaters. Waar haalt een gemeente de kennis vandaan om niet in deze Jz-fuik te trappen?

Diagnosten in toegesneden diagnostiekcentra (zoals een IBAP, 2000, prof. Hoksbergen; zie ook Keeping the Promise, Adoption Institute, 2010; in bijgaand Jur.Gehechtheid – noten) die deskundiger en effectiever werken dan BJZ+AMK zijn goedkoper dan in elke gemeente specialisten, die wachten en wachten totdat er een adoptiekind komt hulpvragen. (Waar haalt men zoveel specialisten vandaan?).

72% van de OTS-sen onder ‘sociaal werk’-niveau van BJZ bleken niet-effectief tot slechter dan de nulmeting (‘909 zorgen’, prof. N.W. Slot et al).

Ik hoop dat men nu snapt dat dit plan voorziet in een goedkopere en betere hulpverlening met juiste scheiding tussen (gemeentelijk) vrijwillig hulpkader en toeleiding tot landelijk beschermingsonderzoek.

Grondwet artikel 94

Naar IVRK art. 24 is dit een taak van de landelijke overheid. Kent u grondwet artikel 94?

Voor een zichzelf respecterende beroepsgroep jeugdzorg is verandering met meer gezond handelen naar 2 richtingen m.i. een eerlijke, gewetensvolle verbetering. Waar het ene verdwijnt, zal wat anders ontstaan. Met meer kennis op niveau IVRK 24 met respect voor EVRM 6 en 8.

Degelijk genormeerd onderzoek

Waar een kinderbeschermende maatregel nodig lijkt, is degelijk en genormeerd onderzoek (zonder gespeculeer door sociaal werkers) op niveau gezond en voor het vrijwillige hulpkader is doorverwijzen naar een passend specialist nodig, waar de sociaal werker niet bevoegd is een gedragsprobleem valide te onderkennen.

Beide gezinnen moeten ‘beschermd’ worden tegen de onkundige macht van BJZ, door een genormeerd traject met diagnost.

T

              => Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/2012/04/alle-artikelen-jeugdzorg-dark-horse.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten