woensdag 19 september 2012

Met de luier nog om ......

http://www.antibjz.nl/page/articles.html/_/jeugdzorg-algemeen/brabbelen-is-uit-den-boze-r861



Met de luier nog om wil de gemeente Rotterdam haar peuters op school hebben zitten. Alles om een vroege taalachterstand te voorkomen. Het nieuwste pressiemiddel: peuterconsulenten die ouders op het consultatiebureau overtuigen hun kind in te schrijven.
 
 
Met een roze speen in de mond zit Jazzlyn (bijna twee) in haar buggy. Ze heeft net op de weegschaal en onder de meetlat gestaan bij het consultatiebureau en zit nu een paar deuren verderop met haar vader tegenover Mina Chauthi (45), peuterconsulente bij het Centrum voor Jeugd en Gezin in Rotterdam Charlois.

"Uw kind staat nog niet ingeschreven bij een nulgroep", zegt Chauthi in het Engels tegen vader Andrew (37), een Nigeriaanse accountant die na omzwervingen via Italië en Engeland nu met zijn Duitse partner in Rotterdam woont. "Het is heel belangrijk dat zij op tijd naar school gaat", vervolgt ze. "Ik kan haar inschrijven, als u wilt. Wilt u dat?"

Andrew knikt instemmend. Hij is 'kind of worried' over het taalniveau van zijn dochtertje. Zijn vriendin spreekt Nederlands met Jazzlyn, maar zelf heeft Andrew zijn taallessen gestaakt. Te duur. "Nederlands leer ik nu alleen door de ondertiteling te lezen van tv-programma's als 'Masterchef' ", bekent hij.

Als hij al Nederlands praat met Jazzlyn, dan houdt hij het bij simpele korte zinnetjes als 'waar is je speen?' en 'waar is mama?' "Ik wil haar niet verwarren met mijn grammaticale fouten. Dan gaat ze dingen verkeerd opslaan in haar hoofd."

Werk aan de winkel, concludeert Chauthi, die gelijk twee basisscholen met een nulgroep bij Andrew in de buurt voorstelt. Bij deze intensievere, professionelere variant op de voorschool kunnen kinderen met een taal- en ontwikkelingsachterstand vanaf 2,5 jaar terecht. Zijn ze eenmaal vier, dan maken ze 'een vliegende start' in groep 1 van dezelfde school. Dat is althans de hoop van de gemeente, die in de Maasstad de nulgroepen in rap tempo uit de grond stampt. Ze begon er vorig jaar met dertig, nu telt de stad er honderd.

Opnieuw vraagt Chauthi of ze Jazzlyn bij zo'n nulgroep zal inschrijven. Dat gaat haar cliënt wat te snel, maar de peuterconsulent is niet voor één gat te vangen. "Zal ik met u meegaan naar de basisscholen, zodat u kunt kijken welke school u het best bevalt?" Bingo. Een minuut later is de afspraak gemaakt: volgende week gaan ze samen op schoolbezoek.

Direct, behulpzaam en doordouwend. Met die aanpak weet Chauthi veel vaders en moeders te overtuigen van het nut van een voorschools programma. De stad, waar twee derde van de jeugd opgroeit in een gezin dat oorspronkelijk niet uit Nederland komt, ziet het terug in de cijfers. Anderhalf jaar lang stapte Chauthi als proef op ouders af die hun kind net op het consultatiebureau hadden laten meten en wegen. Schreef eerst 70 procent van de Charloise-ouders met een mogelijke taalachterstand hun kind in voor een voorschools programma, inmiddels is dat 85 procent.

Geen wonder dat Rotterdam vanaf deze maand 22 peuterconsulenten in de stad aan het werk zet. Hun geheim? "Hun overtuigingskracht", zegt wethouder Hugo de Jonge (onderwijs). "Ouders laten zich door hen aanspreken op de goede ontwikkeling van hun kind. De consulenten wijzen erop dat de taalachterstand van het kind nauwelijks nog is weg te werken als het ouder wordt."

Ook de locatie is een slimme zet, denkt De Jonge. Bijna alle ouders komen, totdat zoon of dochter vier jaar oud is, regelmatig bij het Centrum voor Jeugd en Gezin over de vloer. In dit gebouw, dat bezaaid ligt met folders vol opvoedtips, kijkt geen ouder er van op als een vriendelijke dame of heer hen aanspreekt op de gang. Hebben ze misschien tijd voor een vrijblijvend gesprekje over de basisschool? Tja, daar kunnen ze toch moeilijk wat op tegen hebben. Gedwee volgen ze de weg naar het kantoortje.

Eenmaal binnen kan de consulent, in welke taal maar nodig is, desnoods met handen en voeten, ouders erop wijzen hoe belangrijk het is dat hun kind op tijd spelenderwijs Nederlands leert. Veelgehoorde bezwaren, dat een kind nog te jong is voor school, of dat de kinderopvang te duur is, proberen ze weg te nemen.

"Ik geef aan dat een kind dat alleen in Pools of Bulgaars is opgevoed, gemakkelijker overstapt naar de basisschool als het al een voorschool heeft bezocht", vertelt Ilknur Yetgin (42), een peuterconsulent die vandaag door Chauthi wordt ingewerkt. "Dan is de overgang niet zo groot."

Zelf werkte Yetgin jarenlang op een basisschool in Feijenoord. Ze zag daar hoe kinderen die nauwelijks Nederlands spraken, worstelden in de klas. "Sommigen konden niet eens zeggen dat ze naar de wc moesten. Of ze durfden het niet te vragen. Dan plasten ze in hun broek. Ze zaten te huilen en vroegen zich af waar ze terecht waren gekomen. Zo zielig vond ik dat. Op de peuterspeelzaal leren leidsters kinderen al met 3,5 jaar om te vragen naar de wc te gaan."

Onterecht vrezen ouders voor het kostenplaatje, zegt Yetgin. "Ze weten niet dat een nulgroep maar tien euro per maand kost. Al kunnen sommigen dát nog niet eens uitgeven. Als dat zo is, als ze bijvoorbeeld in de schuldsanering zitten, proberen we samen een oplossing te bedenken."

Blijven ouders desondanks huiverig, dan gaan de peuterconsulenten nog een stap verder. Als een kind met 2,5 jaar nog niet naar school gaat, dan volgt een huisbezoek om ouders alsnog te overtuigen.

"Ik moet wel mijn doel halen", zegt Chauthi streng. "Ik blijf een kind volgen tot het ergens geplaatst is. Dan ben ik pas tevreden. Ik vind het heel belangrijk dat deze kinderen een goede toekomst hebben. Dat ze goed terechtkomen. Leren ze de taal niet goed te spreken, dan kunnen ze later gaan rondhangen of met verkeerde vrienden in zee gaan."
Al die ambities ten spijt moeten Chauthi en haar collega's maar afwachten of het goed komt. Als een moeder geen zin heeft in een gesprek of vader snel wegbeent omdat de parkeermeter afloopt, dan is de peuter weer uit beeld. Contactgegevens hebben de consulenten niet. Staat de peuter buiten, dan is het wachten op zijn volgende meet- en weegafspraak. Die is al snel een paar maanden later - cruciale maanden gezien de wachtlijsten. Bovendien staat het de ouders vrij alle goedbedoelde adviezen in de wind te slaan. Leerplichtig is hun kind pas echt vanaf zijn vijfde.

Ja, erkent wethouder De Jonge, er zal altijd een groepje ouders door zijn vingers blijven glippen. Ouders die uit onwil, onwetendheid of om praktische redenen afzien van voorschoolse lessen. Toch is volgens hem geen sprake van tandeloos beleid. "Overtuigingskracht is niet tandeloos. Het bereik van onze consulenten bij de Centra van Jeugd en Gezin ligt erg hoog. 97 procent van de ouders komt daar. We lopen er maximaal 3 procent mis."

Even leek het erop dat Rotterdam ouders ook konden dwingen hun kind eerder dan groep 1 naar school te sturen. Het demissionair kabinet zag 'drang en dwang' wel zitten om taalachterstanden aan te pakken, maar in het voorjaar moest minister Marja van Bijsterveldt (onderwijs) terugkomen op die plannen. Juridisch onhaalbaar, concludeerde ze. Alleen als een kind onder toezicht staat van jeugdzorg, kan voorschoolse educatie opgelegd worden. Die vergaande stap neemt de rechter zelden.

Daarom zit er voor Rotterdam niets anders op dan de hardnekkige taalachterstanden in de stad de kop in te drukken met strenge, maar niet waterdichte maatregelen. Het volgende plan staat al weer op stapel: een centraal registratiesysteem voor kinderen onder de vier. Zo kan de gemeente vanaf komend jaar precies zien welke kinderen wel en niet naar de voorschoolse opvang gaan. Omdat zij nog niet leerplichtig zijn, staat dat nog nergens in de boeken.

De naam van Jazzlyn zal in elk geval niet in het rode rijtje verschijnen. "We hebben het thuis al wel over de basisschool gehad, maar waren nog wat afwachtend", vertelt Andrew op weg naar de uitgang. "Ik wist ook niet dat je zomaar een kijkje kon nemen op school." Chauthi gaf hem het zetje in de rug dat hij nodig had. Tevreden kijkt ze toe hoe Andrew met buggy de straat op loopt. Weer een kind naar school geholpen.

Nulgroep voor peuters

Een peuter die nu aan zijn Rotterdamse schoolcarrière begint, kan niet om de strakke hand van de gemeente heen. Alles wil de stad eraan doen om de onderwijsprestaties op te krikken. Nu gaat maar een kwart van de scholieren naar havo of vwo, in tegenstelling tot 45 procent in de rest van het land. Ook scoren leerlingen stelselmatig een paar punten lager op de Citotoets en eindexamens dan in andere plaatsen. Dat moet beter.

Daarom moet elke basisschool een nulgroep krijgen voor 2- en 3-jarigen, vindt wethouder Hugo de Jonge (onderwijs). De honderdste school begon er vorige maand mee. Basis- en middelbare scholen bieden daarnaast extra lestijd aan voor taal en rekenen, soms tot tien uur meer in de week dan gebruikelijk. Verder kunnen kinderen elke vakantie terecht bij een vakantieschool om achterstanden weg te werken. De Jonge zou ook graag zien dat de leerplicht wordt verlengd van 18 naar 23 jaar, maar zover is het nog niet.

Bron: Trouw

                               Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

2 opmerkingen:

  1. Gezien het taalniveau van veel gezinsvoogden moeten die eerst maar eens een tijdje naar de nulgroep.

    Dat bespaart veel kinderen en ouders ook nog eens een hoop ellende.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat ik even moet toelichten dat het niet de gezinsvoogd is die de brieven, IB's en verweerschriften schrijven. Dat doet namelijk de gedragswetenschapper die nooit de kinderen of ouders hebben gezien of gesproken, laat staan onderzocht. De gezinsvoogden zijn veelal broekies die nog ingeschaald en ingewerkt moeten worden. Ze zijn ook nog eens erg onbeschoft, irritant en agressief in het uitdragen van slechte "werk". Er is totaal geen deskundigheid aanwezig bij deze mensen. Het werk wat ze doen heet lade werk, voor elk zogenaamd probleem is er een lade met papiertjes erin.

    BeantwoordenVerwijderen