donderdag 15 november 2012

Brief van Stichting KOG aan donateurs

http://www.stichtingkog.info/

Haarlem, november 2012


Beste donateurs,

“In 2011 heeft KOG tot nu toe uiteraard weer heel veel telefoontjes beantwoord, de website wat verder bijgewerkt, en voorts aandacht gegeven aan twee onderwerpen:
de deuren van de rechtszaal open, en de wijziging van de maatregelen van kinderbescherming.”
Het bovenstaande schreven wij oktober 2011. In 2012 kunnen we dit helaas herhalen, met de toevoeging dat het er niet naar uitziet dat we iets bereikt hebben op de twee onderwerpen.
Aan u heeft het niet gelegen! U hebt bijna allemaal de mooie kaart van Alice Jansen gestuurd aan Kamerleden. Sommigen van u hebben er een heleboel verspreid in hun kennissenkring om te laten versturen. Maar helaas.

De deuren van de rechtszaal zijn dichter dan tevoren: ook een kort geding over familie- en jeugdrecht is nu achter gesloten deuren.

Herziening kinderbeschermingsmaatregelen grotendeels pas in werking januari 2015


In Familie- en JeugdRecht van september 2012 is te lezen in de rubriek Actualiteiten:
“Herziening kinderbeschermingsmaatregelen op 1 januari 2015 in werking
… Indien het wetsvoorstel tot wet wordt verheven, wordt voorgesteld het wetsvoorstel op 1 januari 2015 in werking te laten treden met uitzondering van de toetsende taak voogdij, de maatregel van opgroeiondersteuning en het netwerkberaad.. … Het laatstgenoemde deel van het wetsvoorstel zou gelijktijdig in werking kunnen treden met de decentralisatie van de jeugdzorg van provinciaal naar gemeentelijk niveau. (Kamerstukken I 2011/12, 32 015, nr.C)”

(
Op 13 december 2010 hebben Alice Jansen en Truus Barendse een gesprek gevoerd op het Hoofdkantoor van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad zei, dat de opgroeiondersteuning die wel wet zou worden en ots light genoemd werd, in de praktijk “natuurlijk gewoon een ots” zou zijn. Het enige light eraan is, dat een jongere hem makkelijker krijgt.)
De opgroeiondersteuning zal dus eerder dan 2015 ingevoerd worden.

Mr ir P.J.A. Prinsen, die een Open Brief aan de Tweede Kamer heeft gestuurd over de herziening kinderbeschermingsmaatregelen die is ondertekend door 76 advocaten, mailde op 18 oktober 2012:


Stand van zaken en actualiteit:

  • Op 27 juli 2012 is, na meer dan een jaar wachten, de Memorie van Antwoord van de Staatssecretaris verschenen.
  • A.s. dinsdag 23 oktober 2012 zal een nader verslag door de E.K. worden vastgesteld.
  • Direct na publicatie in FJR is de (volledige) open brief op 17 oktober 2012 per e-mail verzonden naar de Griffie van de Eerste Kamer.
  • De nadere Memorie van Antwoord en (naar alle waarschijnlijkheid) de mondelinge behandeling door de E.K. zal niet lang op zich laten wachten.
  • Los daarvan en min of meer toevallig: op 1 november a.s. vindt in Leiden het congres “De OTS 90 jaar: versleten of vitaal?”plaats. Daarin is ruim plaats ingeruimd voor een debat over het w.o.

En verder:
 
Het voornemen bestaat om met een uit de ondertekenaars te formeren delegatie gesprekken aan te gaan met E.K.-fractiewoordvoerders (in een formele hoorzitting wellicht?) alsmede met de rechterlijke macht, Orde van Advocaten etc.”

U ziet, niet iedereen heeft de strijd opgegeven. Je weet maar nooit.


Nederland beschermt zich het heen en weer. De consultatiebureaus zoeken risicofactoren in gezinnen, iedereen die beroepshalve met kinderen werkt is verplicht te speuren naar signalen van verwaarlozing en mishandeling en die signalen te melden bij de AMK’s, basisscholen zijn benaderd met poppenhuizen waarmee de leerkrachten signalen van narigheid makkelijk zouden kunnen opmerken. Gelukkig is dit weer voorbij.
 
Men had dus niet erg veel geleerd van de mislukking van de anatomisch-correcte-poppen-methode. De poppenhuis-methode zou bovendien worden toegepast door amateurs, die de signalen doorgeven aan andere amateurs (AMK), die ze weer doorgeven aan de derde groep amateurs (RvdK), die een verzoekschrift doet uitgaan aan de kinderrechter. Drie instanties achter dit verzoek! Want wij schrijven wel op grond van de opleidingen en al uw ervaringen ‘amateurs’, maar dit zijn de professionals.
 
Wie is de rechter dan om te twijfelen aan de noodzaak van het verzoekschrift?!
Sybe Bijleveld Advies heeft een rapport opgesteld voor de Eerste Kamer, waarin staat dat 75% van de onderzoeken van de Raad voor de Kinderbescherming tot een aanvraag OTS leidt, en in de restgroep van 25% een deel zit dat wellicht voor de Maatregel Van Opvoedondersteuning in aanmerking komt.

De rechter besluit in 95% van de aanvragen tot een maatregel. In de groep van 5% afwijzingen zit een groep die wellicht wel een MVO zou krijgen.      

Op 28 september 2012 meldde NRC
, dat de Centra voor Jeugd en Gezin, die 1,2 miljard euro hebben gekost, allesbehalve populair zijn. "Haagse gezinscentra krijgen per dag 'een handjevol' ouders over de vloer, in Rotterdam komen er wekelijks zes ouders naar een inloopspreekuur. Amsterdamse inlooppunten zien 5 tot 10 ouders per week. In gemeenten als Eindhoven en Breda worden de inlooppunten helemaal niet meer gebruikt. ... Veel ouders associëren het centrum met Bureau Jeugdzorg, dat bij zware problemen in actie komt." en verderop in de krant: "Volgens hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter van de Universiteit Maastricht is van begin af aan niet goed nagedacht over de opzet van de gezinscentra. 'Mensen die behoefte hebben aan opvoedadvies, gaan een boek lezen of kijken op internet. En de echte probleemgezinnen, de ouders die hun kinderen slaan, zoeken juist geen hulp en gaan er dus ook niet naar toe. Dat we nu met lege inloopcentra zitten, hadden we vooraf ook kunnen bedenken. Het CJG is niets anders gebleken dan een nieuwe bureaucratische laag in de jeugdzorg.'"
Ouders hebben dus goed begrepen dat ALLE mensen die met kinderen werken verplicht zijn ALTIJD met beschermersogen te kijken, en een MELDPLICHT hebben. Zo kweek je wel zorgmijders.

En nog meer mogelijk goed nieuws:

In Binnenlands Bestuur van 29 oktober 2012 staat een artikel van Yolanda de Koster:
De korting van 32 miljoen euro op het budget voor jeugdzorg per 2013 is onacceptabel. Het is onverenigbaar met de groei aan hulpvragen en daarmee maatschappelijk onverantwoord. Ook druist het in tegen eerdere gemaakte afspraken met het kabinet.

Doeluitkering

Dat stelt het Interprovinciaal Overleg (IPO) in een brief op poten aan de Tweede en Eerste Kamer. Het IPO roept de Kamers op om staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten (VWS, CDA) terug te fluiten. Het IPO vindt dat de doeluitkering vrijwillige jeugdzorg voor 2013 op ‘tenminste’ het niveau van 2012 moet worden vastgesteld. Het gaat dan om bijna 1,1 miljard euro. De Tweede Kamer debatteert volgende week over de voorgenomen budgetkorting van 2,65 procent per 2013.
Ambulante jeudgzorg

Er is nog steeds een toenemende vraag naar – met name- ambulante jeugdzorg en pleegzorg. Het Sociaal Cultureel Planbureau gaat uit van een groei van 4,1 procent over 2012 en 4,2 procent over 2013. Tegenover een groei van in totaal 8,3 procent dreigt een daling van de doeluitkering met 2,65 procent. Daarmee groeit het gat tussen beschikbare middelen en behoefte aan jeugdzorg met bijna 11 procent, stelt het IPO.

Decentralisatie gemeenten

Met de voorgenomen korting schendt de staatssecretaris bovendien de Bestuursafspraken die met het kabinet Rutte I zijn gemaakt. De bezuiniging op de jeugdzorg zou pas plaatsvinden nadat de provinciale jeugdzorg naar gemeenten is gedecentraliseerd. Die decentralisatie staat per 2015 op de rol. …

Ook de benoeming van prof. dr Ido Weijers als bijzonder hoogleraar Jeugdbescherming aan de Universiteit Utrecht in januari 2012 lijkt goed nieuws.




Citaten uit zijn oratie (te vinden in de congresbundel Parens patriae en prudentie, grondslagen van jeugdbescherming; ISBN 978 90 8850 319 1, prijs euro 13,90):
"Laten we echter steeds bedenken dat kinderbescherming niet draait om de vraag wanneer de opvoeding ermee door kan of 'goed genoeg' is. Het draait om de vraag of er sprake is van concrete schade voor het kind en een reële kans op herhaling. …
In het vervolg van mijn verhaal wil ik proberen tot een nadere bepaling te komen van de voorstelling van een prudente overheid op het gebied van de opvoeding. Ik zal het begrip prudentie in deze context nader invullen door het aan de ene kant af te zetten tegen perfectionisme en aan de andere kant tegen preventionisme.

... Perfectionisme impliceert een soort 'luxe'-opvatting van kinderbescherming. Als we maar enigszins realistisch zijn, moeten we immers erkennen dat we juist als het echt slecht met kinderen gaat, nog heel vaak en eigenlijk structureel tekortschieten: ...Wat verbeelden we ons dan wel, als we ons ook nog even met al die ouders en kinderen willen gaan bemoeien, waar geen sprake is van duidelijke schade, maar waar het niet helemaal gaat zoals wij denken dat voor de kinderen het beste zou zijn?

Dat brengt me bij mijn tweede punt, de kwestie van het preventionisme. Daarmee bedoel ik een doorschietende preventie. De kern van de kinderbescherming is preventie, het voorkomen van schade voor het kind. ... Dit aspect van prudentie lijkt aan het begin van de eenentwintigste eeuw tegen de achtergrond van schokkende gezinsdrama's weer vrij plotseling uit beeld te raken.
 
Daarvoor in de plaats is vanaf het begin van de nieuwe eeuw weer een sterk wantrouwen jegens de ouders teruggekomen, nu echter niet tegen die kleine groep waarvan we al sinds mensenheugenis weten dat ze een gevaar vormen voor hun kinderen, en ook zelfs niet tegen de ouders in de achterbuurten en/of met weinig geld, maar tegen ALLE ouders. ... Dit algehele wantrouwen jegens de ouders gaat gelijk op met een zeer uitgesproken en omvattend streven naar preventie in termen van het absoluut willen uitsluiten van risico's en het bieden van 'zekere veiligheid'. ...Het bestaan van 'veel risico's' geeft allerminst uitsluitsel over het mogelijk voorkomen van mishandeling of een andere vorm van schade voor het kind. ...

Een eerste indicatie van het streven naar
uitsluiten van risico's zien we in de recente enorme toename van het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen van minderjarigen. Dit wordt algemeen beschouwd als het 'Savannah'-effect,  ... Daarna werd het motto in dit veld 'liever te vroeg dan te laat'. ...
Een tweede sterke indicatie voor die nieuwe radicale streven naar veiligheid zien we in het wetsvoorstel herziening kinderbeschermings-maatregelen
... de derde ontwikkeling die ik hier wil aanstippen. Dit betreft de aanleg van een amper nog te volgen aantal digitale kinddossiers, van het Elektronisch Leerlingdossier tot het Dossier Warme Overdracht van kinderdagverblijf naar basisschool, van de Verwijsindex Risicojongeren tot Pro-Kid, ..., van het Justitieel Casusoverleg tot het Elektronisch Kind Dossier. Dat laatste is intussen vanwege alle kritiek omgedoopt tot Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg. Met Roel Pieterman kunnen we hier met recht spreken van een 'voorzorgcultuur'. "

Uit de bijdrage aan het symposium op deze dag van prof. dr Caroline Forder (sinds 2010 hoogleraar Kinderrechten aan de Vrije Universiteit Amsterdam, sinds 2012 werkzaam bij Fischer advocaten te Haarlem):

"Begin volgend jaar treedt een grote wet in werking met een nieuwe alomvattende regeling van de kinderbeschermingsmaatregelen. Er staat zeker een aantal nuttige en wenselijke wetswijzigingen in. Toch zal die wet niet echt een oplossing bieden voor de veelvuldige verdragsschendingen (EVRM) die bij een uithuisplaatsing om de haverklap aan de orde zijn. Mijn hypothese is dat rechters bij de toepassing van de regels veel te onkritisch zijn en de daarop van toepassing zijnde verdragsbepalingen niet toepassen. Vandaar mijn stelling: rechters stellen veel te veel vertrouwen in de raad voor de kinderbescherming - en de stichting Bureau Jeugdzorg, die het overigens pas echt bont maakt."

En dan staat op 20 oktober in Trouw een artikeltje van prof. Weijers, waarin hij zegt dat de Bureaus jeugdzorg vaak slecht werk leveren, en dat daarom de Raad voor de Kinderbescherming, onafhankelijk en deskundig, hard nodig zal zijn als direct de kinderbescherming van de provincies naar de gemeenten gaat.
Wie heeft de leerstoel van Weijers ingesteld? De Raad voor de Kinderbescherming.

Actualiteit >>
 

Professioneel werken in jeugdzorg wordt wettelijk vastgelegd  Ook goed nieuws?
Nieuwsbericht | 02-11-2012

De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie ingestemd met het wetsvoorstel professionalisering jeugdzorg.

Het wetsvoorstel verplicht jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers om zich te registreren bij een wettelijk register. Ook verbinden zij zich aan een beroepscode. Als sluitstuk van de professionalisering van de jeugdzorg komt er tuchtrechtspraak in de jeugdzorg. Met deze wettelijke instrumenten worden jeugdzorgwerkers beter toegerust en wordt de kwaliteit van de beroepsuitoefening in de gehele jeugdzorg op een hoger, professioneler plan getild.
Permanente educatie Jeugdzorgprofessionals maken met registratie in een beroepsregister hun vakbekwaamheid aantoonbaar. Om geregistreerd te blijven, moeten zij verplicht deelnemen aan bij- en nascholing. Zo ontstaat er voor de werkers in de jeugdzorg een systeem van permanente educatie.

Tuchtrecht

Het sluitstuk is het tuchtrecht. Hiermee wordt het mogelijk dat beroepsmatig handelen van jeugdzorgprofessionals door vertegenwoordigers van de eigen beroepsgroep wordt getoetst. Beroepsbeoefenaren kunnen daarmee leren van complexe zaken en verbeteringen doorvoeren. Tuchtrecht betekent voor jeugdzorgcliënten dat zij worden beschermd tegen ernstig falende professionals. Die kunnen in het uiterste geval door het tuchtrechtcollege uit het register worden geschrapt.

Registratie loopt

Het wetsvoorstel schrijft voor dat jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers in de jeugdzorg uiterlijk 1 januari 2014 allemaal geregistreerd moeten zijn. Instellingen zijn vanaf dat moment verplicht om met geregistreerde professionals te werken. … De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Het staat iedereen vrij een geluidsopname te maken van een gesprek waaraan hij zelf deelneemt. Verder is het uiteraard een kwestie van goede manieren om dat te melden aan de gesprekspartners.
 
KOG heeft alle Bjz’s gevraagd hoe zij tegenover opnames staan. Als je het niet stiekem hoeft te doen heb je niet alleen een opname, maar ook de  preventieve werking daarvan (en helaas ook de kans dat je iemand heel erg tegen de haren in hebt gestreken).



Er is zeer verschillend gereageerd (binnenkort op www.stichtingkog.info).
Het bontst maakt Noord-Holland het:


“BJZNH heeft als beleid dat het maken van geluids- en/of video-opnamen door cliënten of andere betrokkenen van gesprekken met medewerkers van BJZNH niet is toegestaan. Dit geldt ook voor het maken van opnamen tijdens huisbezoeken.
De reden hiervan is dat van dergelijke opnamen makkelijk misbruik kan worden gemaakt en dat het moeilijk is hier stappen tegen te ondernemen en dat BJZNH haar medewerkers wil beschermen tegen onrechtmatig gebruik van gemaakte opnamen.”

Wij verbieden u om nota bene in uw eigen huis te doen wat u gewoon mag doen. En waarom? Wij willen onze medewerkers beschermen tegen onrechtmatig gebruik. Wat is er dan toch zo mis met het werk van die medewerkers?

Bjz Overijssel schreef er eens goed over na te gaan denken, en vroeg KOG wat wij er zelf van vinden. Onze reactie:

“Het is een goed voornemen om expliciete regels over het opnemen van gesprekken op te stellen. Het lijkt ons verkeerd dat zolang het nog geen algemeen gebruik is dat Bureau jeugdzorg opnamen maakt, de beslissing over toestemming voor het zelf maken van een opname bij de individuele medewerker ligt.

Over het opnemen van gesprekken is de gedachte van stichting Kinderen-Ouders-Grootouders als volgt:
Bureau jeugdzorg maakt standaard van gesprekken een geluidsopname.
De medewerker deelt dit aan het begin van het gesprek mee.
In de ruimtes waar gesprekken worden gevoerd hangt een bordje dat meedeelt dat
     er een opname van het gesprek wordt gemaakt en
     alle aanwezigen een kopie krijgen.
Het enige doel van opnames is verzekerd zijn van de juiste weergave van het gesprek.
Opnames in beeld voegen niets toe.
Iedereen is altijd gebaat bij een juiste weergave van het gesprek, zeker ook de kinderen.
Het maakt dan ook geen verschil of ouders al dan niet in een scheidingssituatie verkeren.
De aanwezigen spreken af de opname niet in bredere kring te laten horen.”

Het kan altijd nog gekker:

- Een donateur heeft ons gemeld dat een leerplicht-ambtenaar haar gezin veel last heeft bezorgd. Een AMK-melding doen zonder contact met haar (alleen kopie van de melding in de bus), weigeren haar telefonisch te woord te staan, mailen dat ze geen dossiers bijhoudt als de moeder het dossier van haar kind opvraagt. Zij heeft de Nationale ombudsman gebeld die bereid was onmiddellijk contact op te nemen. Misschien moeten meer mensen de No bellen?
- Een donateur heeft een schriftelijke aanwijzing gekregen dat hij zijn handtekening moet zetten zodat Bjz altijd en overal in zijn dossiers kan kijken.
-Een AMK wil 24 uur per etmaal weten waar een baby is, nadat met second opinion is gebleken dat botbreuken niet door mishandeling waren veroorzaakt. Goed, dan geen uithuisplaatsing, maar wel een “black box”.
- Op 3 september 2012 heeft de raad voor de kinderbescherming geschreven aan KOG:
"Na het afsluiten van een ondertoezichtstelling ligt er geen formele taak voor de Raad voor de Kinderbescherming, noch voor Bureau Jeugdzorg.
Wel kunnen er in een individuele situatie afspraken met de hulpverlening worden gemaakt, bij voorkeur in overleg met betrokkenen, over terugkoppeling mocht de hulpverlening niet het gewenste resultaat opleveren."
Hebt u het goed gezien: BIJ VOORKEUR in overleg met betrokkenen.

Het secretariaat wordt toch niet overgenomen. Truus Barendse gaat weer door.

KOG heeft een nieuwe folder. Als u denkt dat u een stapeltje in de wachtkamer van uw huisarts wilt leggen, of bijvoorbeeld in de bibliotheek, laat u dit dan even weten.
Liefst per e-mail (kog@upcmail.nl) anders per telefoon 0235321223.

Wij hebben voor een habbekrats van de uitgever een grote stapel Jungles van de jeugdzorg gekregen. Als u er een gratis wilt ontvangen: kog@upcmail.nl of per telefoon 0235321223. Wij houden ons ook aanbevolen voor adressen waar mensen komen die er iets aan hebben.
 
Maakt u voor 2013 minimaal 20 over op rekeningnummer 9634691?
Verder vragen wij van u:

  -  uw ervaringen met advocaten, negatief maar vooral positief zodat wij kunnen adviseren
  -  uitspraken van rechters zodat anderen zich erop kunnen beroepen.

Truus Barendse, secretaris KOG


              Terug naar Alle artikelen Jeugdzorg Dark horse

3 opmerkingen:

  1. Het hebben van een Meldcode is straks verplicht, niet het melden!
    Echte beroepskrachten kunnen dus hun geweten raadplegen en zo nodig eerst op diagnostiek door een echte specialist aandringen - i.p.v. de gang via de amateuristische jeugdzorgwerkers.

    De fuik van spookachtige OTS-sen kan vermeden worden door meteen naar diagnostiek te stappen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Iedereen weet intussen dat het een puinhoop is, maar de overheid .. :

    zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz

    Een EEG zou waarschijnlijk een vlakke lijn opleveren.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Typisch Nederlandse oplossing, niet het (bekende) probleem aanpakken, maar de deuren dicht houden ..

    Gezien de resultaten van valide onderzoeken komen (gelukkig) t.z.t. de maatschappelijke kosten (verloren arbeidspotentieel, GGZ, criminaliteit) vanzelf bij dezelfde samenleving terecht die de puinhoop laat bestaan.

    BeantwoordenVerwijderen