woensdag 31 juli 2013

De gevolgen van een leugenmelding....

Ons zoontje is eind november 2008 na een zwangerschap van 33,5 week geboren. Na drie weken ziekenhuis mocht hij met ons mee naar huis. Na wat opstartproblemen (allergie, reflux), liep het eigenlijk allemaal wel lekker en kregen we het ritme te pakken.

Voor de opvang van ons zoontje hebben wij gekozen voor gastouders. We maakten gebruik van twee gastouders. Een goede vriendin van mij (gastouder X, en een andere in dezelfde woonplaats als mijn vriendin (gastouder Y). 
Ik werk in de zorg en gastouders waren beter te combineren dan een kinderdagverblijf. Achteraf hebben wij veel spijt van deze beslissing. Begin november 2009 werd ons zoontje opeens ziek. Dit was hij daarvoor nooit. Hij had koorts en was verkouden, het slapen ging wel goed. 

Huisarts

Na drie dagen zijn we naar de huisarts gegaan. De richtlijn is dat na drie dagen koorts, de kleine gezien moet worden door een arts. De huisarts constateerde een oorontsteking. Omdat het echter ‘nog maar’ drie dagen koorts was, wilde de huisarts nog twee dagen afwachten, voordat hij een antibiotica kuur zou voorschrijven. Na die twee dagen had ons zoontje echter nog steeds koorts, dus zijn we weer naar de huisarts gegaan, die inderdaad zag dat zijn oortjes nog niet beter waren. Er werd een antibioticakuur voorgeschreven en we werden naar huis gestuurd.  

Na een paar dagen de kuur te hebben gebruikt, was de koorts weg en ons zoontje leek zich over het geheel wat beter te voelen. Precies een week nadat wij met de kuur waren begonnen, haalde ik hem in de middag op bij de gastouder Y. Toen ik hem oppakte voelde hij gloeiend warm aan en ik zei dit ook tegen de gastouder. De gastouder plaatste haar hand op zijn voorhoofdje, en zei: “ach hij heeft het misschien iets te warm gehad, zakt zo wel af.” 

Ik vertrouwde het niet dus eenmaal thuis temperatuurde ik hem. Hij had bijna 41 graden koorts. Gelijk de huisarts gebeld, en we moesten meteen langskomen. Ons zoontje was ontzettend suf.

De dokter schrok er zelf ook van en na controle bleek nog steeds die oorontsteking in de weg te zitten. De kuur had dus niet gewerkt. We kregen een nieuwe kuur, waar we gelijk diezelfde avond mee gestart zijn. De volgende dag leek het beter te gaan en de dagen daarop knapte hij weer op. Hij bleef echter wel lichte verhoging houden, dus na vier dagen voor de zekerheid weer naar de huisarts, waar weer geconstateerd werd dat de oorontsteking niet weg was.  

We kregen een verwijzing voor de KNO arts en diezelfde dag konden we terecht. Daar kregen we te horen dat de volgende dag er buisjes bij onze zoon in de oren werden gezet. Zo gezegd, zo gedaan en het was echt een wondermiddel!! 

Gastouder

Door al dat getob werd mijn verlangen om thuisblijf-moeder te zijn alleen maar groter, alleen financieel kon dit niet uit. Aangezien ik een pedagogische achtergrond heb, heb ik samen met mijn man besloten om ook gastouder te worden.

Ik heb mij aangemeld bij hetzelfde gastouderbureau die ook de opvang voor mijn zoontje regelde. 
De bemiddelingsmedewerker was dolblij en ik kon al zo een paar gezinnen op gesprek krijgen. Geweldig vond ik het, want mijn droom om thuis te blijven voor ons zoontje, kon hiermee realiteit worden. Ik meldde dit toen ook bij de gastouder Y eind november. 
Ik zei tegen haar dat ik die beslissing had genomen en dat het nog wel een maand of vier kon duren, maar dat de opvang voor ons zoontje werd stopgezet. Diezelfde week kreeg ik telefoon van de bemiddelingsmedewerker. Ze wilde graag een gesprek samen met onze gastouder Y. Ik vond dit vreemd en vroeg of mijn man ook aanwezig moest zijn. Dit was niet nodig zei ze. Het was gewoon een evaluatie gesprek, dat gebeurde standaard.  

Verbijsterd

Eenmaal bij dat gesprek aangekomen, ging de bemiddelingsmedewerker van start. De gastouder Y had een aantal dingen die haar opvielen en die ze met mij wilde bespreken. Ons zoontje was zo vaak ziek en ze vroegen zich af of we niet met hem naar de dokter gingen. Ik was verbijsterd, mijn mond viel open. Natuurlijk ga ik naar de dokter met hem en ik heb het verhaal wat hierboven beschreven is uitgelegd. Daarnaast heb ik gezegd dat ik niet begreep waarom er gezegd werd dat hij vaak ziek zou zijn, want dat was hij niet, op die oorontsteking na dan.

Ze vertelde dat ons kind soms niet lekker in zijn vel zit. Dat hij dingen zelf wilde doen en niet op schoot wilde zitten bij de gastouder. Ik gaf aan dit voor een deel te herkennen, maar dat dit naar mijn inzien normaal gedrag was voor een eenjarige. Hij wilde zelf zijn fles vastpakken (en kon dit motorisch ook prima, dus waarom niet) En hij wilde soms meer dat hij motorisch kon, wat tot frustratie leidde. De zogenoemde 'sprongetjes' die beschreven staan in het boek ‘Oei ik groei’, daar had hij soms last van. Dat hield dan een week of twee aan en dan was hij weer heerlijk vrolijk en kon hij opeens weer meer dingen.  

Naar gevoel

Ze haalde nog een paar dingen aan en uiteindelijk werd het gesprek positief afgesloten. Positief is misschien een te groot woord, want ik bleef er een naar gevoel aan overhouden, maar alles was uitgelegd en duidelijk voor de bemiddelingsmedewerker. En ze wilde nog steeds heel graag mij als gastouder hebben.

In december 2008 ging mijn vriendin en tevens gastouder met zwangerschapsverlof. Aangezien gastouder Y de uren van mijn vriendin niet over kon nemen, is er gezocht naar een tijdelijk gastouder. Gastouder Y wist wel iemand. Een goede vriendin van haar die net zes maanden gastouder was geworden. Ze kende ons zoontje al, want ze was tevens de achterwacht van gastouder Y.  

Fijn, dachten mijn man en ik, dan hoeft ons zoontje ook niet aan een vreemde te wennen. Dit was begin december en het heeft uiteindelijk tot 8 januari 2010 geduurd. Hij is daar in totaal vier keer geweest en qua hoeveelheid misschien nog niet eens te vergelijken met 1,5 dag opvang. Er was niet echt een klik tussen ons en die gastouder, maar goed, ze werd aangeraden door gastouder Y, zoontje kende haar al en ach, het was maar voor een maand of vier, dan zou mijn vriendin het weer over nemen.

Begin januari 2010 kreeg ik via de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau een gezin voor de opvang aangeboden. Het was een gezin met drie kinderen en na een gesprek tussen mij en de ouders, besloten we dat ik op hun kinderen zou gaan passen. Dit was 8 januari 2010. Ik was helemaal in de zevende hemel, want doordat ik drie kinderen erbij kreeg, kon ik eindelijk mijn baan op zeggen en definitief thuis blijven en gastouder zijn.
Maandagochtend belde ik de bemiddelingsmedewerker op om door tegen dat de vraagouders en ik hadden besloten om door te gaan met de opvang,  en ik kreeg een afspraak mee voor de woensdag ochtend om de contracten te bespreken. Later die ochtend bracht ik mijn zoontje naar gastouder Y, omdat ik in de middag een vergadering had van mijn werk. Toen ik hem bracht, vertelde ik aan gastouder Y dat ik nu genoeg gezinnen had om mijn baan op te zeggen en dat ik dus ook de opvang wilde opzeggen, maar dat we wel gebruik wilden maken van het opzegtermijn, dat mijn zoontje nog  twee maanden bij haar zou komen voor de opvang.  

Zo spoedig mogelijk een gesprek

Gastouder Y reageerde lauw, maar ik was blij en daar ging het om. Tijdens de vergadering op mijn werk kreeg ik een telefoontje van de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. Ze wilde zo spoedig mogelijk een gesprek met mij. De invallende gastouder voor mijn zoontje had een aantal verontrustende dingen aangegeven over mijn zoontje, en ze wilde dit graag met mij bespreken. Ik was eigenlijk helemaal van slag, want wederom kwam dit als donderslag bij heldere hemel. Ik begon mij echt af te vragen of wij als ouders dan zo blind waren en dat wij alleen maar de leuke dingen zagen aan ons zoontje, en dus de zorgwekkende dingen niet. Achteraf stom dat ik ben gaan twijfelen, want er was niks aan de hand, maar je vraagt het jezelf wel af op een dergelijk moment als je voor de tweede keer binnen korte tijd zulke berichten hoort. We hebben toen voor de volgende avond gelijk een afspraak gemaakt voor dit gesprek. De betreffende gastouder zou er niet bij zitten, het gesprek werd bij ons thuis gevoerd.  

AMK melding

Op die avond, 12 januari 2010 vond het gesprek plaats met de bemiddelingsmedewerker, en de eigenaresse van het gastouderbureau. deze had ik nog nooit gezien. Ze vielen gelijk met de deur in huis. Ze gingen een melding maken bij het AMK.
 Ik geloof dat de wereld even stil stond voor ons. "Waarom?", vroegen we. De invallende gastouder had aangegeven dat ons zoontje met vieze kleren werd gebracht, er zouden smerige kleren in zijn tas zitten, hij zou achter lopen in zijn ontwikkeling, want hij kon immers nog niet kruipen, ik zou chaotisch zijn  en dat in combinatie met ons vorige gesprek met gastouder Y, besloten ze om een melding te maken.  

Onmacht 

Ik begon meteen te huilen, voornamelijk uit onmacht. Mijn man en ik konden niet geloven wat er gebeurde. Wij, die al zoveel hadden mee gemaakt met ons zoontje, waar we zielsveel van houden, ons lachebekkie, die we voor geen goud kwaad zouden doen, werden beschuldigd van kindermishandeling.

De volgende dag heb ik het AMK opgebeld om te vragen wanneer er dan iemand zou langs komen. In eerste instantie bleek dat er nog geen melding was gemaakt, dit zou zijn, omdat de contact persoon die dit zou schriftelijk rond zou maken, pas over twee dagen aanwezig zou zijn. dus over 2 dagen zou de melding gemaakt worden.
 

Ik kreeg te horen dat normaal gesproken de ouders het niet vanaf het begin af aan weten dat er een melding werd gemaakt, en dat normaal gesproken het ook wel zes weken zou duren voordat je een brief zou krijgen (normaal is die brief hetgeen waarmee de ouders ook voor het eerst worden ingelicht dat er een melding is gemaakt), echter, omdat wij het al wisten, zou ze een bericht achterlaten bij diegene die de melding in behandeling zou nemen, om zo spoedig mogelijk contact met ons op te nemen, maar dat dit twee weken kon duren. 
 
Website
 
Ik heb mijn verhaal op een forum geplaatst waar ik regelmatig kwam sinds mijn zwangerschap. een website voor moeders. Dit was anoniem, en ik noemde geen namen. Daarna heb ik de huisarts, kinderfysiotherapeut waar mijn zoontje wekelijks kwam, consultatie bureau, echt iedereen die met ons zoontje te maken hadden gebeld, en gezegd wat er was gebeurt. Van iedereen kreeg ik te horen dat ze het niet begrepen, want ze herkenden ons niet in wat de gastouders beweerden. Nee, wij ook niet, maar ja er was een melding, en daar was niets tegen te doen.  

Tevens heb ik de gastouders opgebeld, gezegd dat ons zoontje daar niet meer zou komen. Ik heb daarna mijn vriendin gebeld, die ook gastouder was van ons zoontje. Zij was geschokt, want niemand van het bureau had haar gevraagd hoe het ging met ons zoontje bij haar, niemand!  

Hoezo begrijpen?


Aan het einde van de middag werd ik op gebeld door de bemiddelingsmedewerker. Ze vroeg of een bepaalde tekst mij bekend voorkwam. Ze las toen mijn verhaal op dat ik op het forum had geplaatst. Wat bleek, de gastouder Y en de invallende gastouder (die beide goede vriendinnen waren van elkaar) hadden zitten googlen op mijn man, mijzelf en ons zoontje en gezocht tot ze wat konden vinden. 
 

Ze vonden het niet leuk dat ik dit op een forum had gezet. Ik heb toen aangegeven dat wij ook ons gevoel kwijt moeten, en dat wij zelf beslissen of dit via een forum is of niet. Dat wij geen namen hebben genoemd, en alleen ons verhaal hebben verteld en ik mij daar geenszins schuldig over voelde, en ook geen excuses voor aan ging bieden. De bemiddelingsmedewerker zei, dat ze dacht dat wij begrepen waarom ze een melding hadden gemaakt. Ik wist niet wat ik hoorde, hoezo zou ik dat begrijpen? Natuurlijk begrijp ik dat niet, want er was niets aan de hand, alles wat genoemd was, klopte niet, en was gelogen. Uiteindelijk hebben we opgehangen, maar het was zeker niet uitgepraat. 

Blauwe plekken

Precies anderhalve week later kreeg ik telefoon van diegene die ons dossier in behandeling zou nemen. Het was een mevrouw die al ruim 30 jaar orthopedagoog was. Ze vroeg of ik wist wat er in de melding stond, en ik vertelde haar wat er tegen mij benoemd was. Daarna begon de mevrouw aan te vullen wat er nog meer genoemd werd, en ik barste in tranen uit. Er was namelijk gezegd dat onze zoon onder de blauwe plekken zou zitten. Al het andere wat al genoemd was, was gelogen en dit ook, maar op de één of andere manier kwam dit nog harder aan. 
 

Hiermee werd letterlijk gezegd dat wij dus onze zoon zouden slaan en het feit was dat hij tot op dan nooit blauwe plekken had (misschien één of twee op de scheenbenen door het kruipen over de duplo). Mijn man en ik zijn hier erg van geschrokken, dit kwam heel hard binnen bij ons. Gelukkig had deze mevrouw ook positief nieuws, want ze zou de maandag erop al gelijk langskomen voor het huisbezoek. Hier waren we blij mee, want het zou gelukkig geen weken duren. Ik heb haar gelijk de telefoon nummers gegeven van de huisarts, kinderarts, fysiotherapeute en consultatiebureau.  

De melding

Toen was het moment daar, deze mevrouw van het AMK kwam langs. Ze las de melding voor, en we kwamen achter nog meer schokkende dingen die waren gezegd (we zouden hem meerdere keren op een dag temperaturen, ons zoontje zou geen lichaamscontact willen. Vader zou niet in beeld zijn, zoontje zou achter lopen in de ontwikkeling, maar nu werd niet het kruipen benoemt, maar hij zou zich nog niet kunnen optrekken tot staan, dit kon hij echter al wel, sinds dat hij 9,5 maand was kon hij dit, vaak ziek etc. etc.)

Wij hebben toen onze kant van het verhaal verteld, dat wij geschokt waren en alle dingen die benoemd waren weerlegt. Tevens vond zij het ook vreemd dat onze goede vriendin niet was ingelicht door het gastouderbureau, vooral omdat zij een langere tijd op ons zoontje heeft gepast. De reden waarom het bureau dit niet had gedaan, was omdat ze zeiden dat juist omdat zij een vriendin was, zij wel de hand boven ons hoofd zou houden. 
 

Toen ons zoontje wakker werd, vroeg ik haar of ze mee naar boven wilde om samen met mij ons zoontje op te halen. Ze ging mee, en zag dat ons zoontje, een heel open en sociaal ventje was, wat goed groeide, goed er uitzag en goed in zijn ontwikkeling stond. Ook zag ze dat hij goed contact maakte met mij en mijn man. Dit benoemde ze ook aan het einde van het gesprek, een ook al kon ze geen conclusie geven op dat moment, want ze moest de huisarts, kinderarts fysiotherapeute , consultatie bureau etc. nog bellen. Toen ging ze weg, en voor het eerst in 2,5 week tijd, konden we weer ademhalen, hadden we weer een wat positievere blik.
 
In de drie weken daarop hoorden we van de professionals om ons heen dat ze hen hadden gebeld, en ze gaven aan wat ze gezegd hadden. Ook gaven ze uit zichzelf aan wat die mevrouw tegen hen had gezegd, en dit was eigenlijk alleen maar positief voor ons.

Afsluitbrief

Begin maart 2010 kregen wij een brief van het AMK. De afsluitbrief. In die brief noemde ze eerst globaal wat er in de melding stond, daarna wie ze gesproken had, wat er benoemd was, en wat haar conclusie was.


Ze gaf duidelijk in die brief aan dat er geen sprake was van kindermishandeling in ons gezin, en dat wij een veilige omgeving boden voor ons zoontje om in op te groeien. Ze wenste ons dan ook een goede toekomst. Ik heb gevraagd wat er nu met ons dossier gebeurde. Ze gaf aan dat hij in principe vernietigd zou worden, maar dat wij ook anders konden beslissen, namelijk om het dossier te laten bestaan. Dit voor het geval de melder (of één van de gastouders) ooit weer een melding zou doen. Als dit het geval zou zijn, dan zagen ze dit dossier en dan zouden ze niets meer met die nieuwe melding doen. Wij hebben besloten om het dossier te laten bestaan en om eventueel over een paar jaar het te laten vernietigen. Hiermee was de kous af, en waren wij godzijdank gevrijwaard.  

'Geluk'

Wij hebben geluk gehad, maar wat als we het de volgende keer slechter treffen? Een AMK-medewerkster die anders over de situatie denkt. Deze zaken moeten niet afhangen van 'geluk', maar van feiten! Een volgende keer kun je wel je kind kwijt raken gebaseerd op rapporten vol met leugens en insinuaties. Er is geen enkele waarborg voor ouders, je bent rechteloos.

Angst 

Het heeft echter wel zijn sporen na gelaten. De angst die je hebt om je kind kwijt te raken (je hoort genoeg verhalen over kinderen die al gelijk uit huis worden geplaatst zonder dat er een onderzoek plaatst heeft gevonden, puur uit voorzorg).

Het vertrouwen in anderen was compleet weg. Drie maanden later kwam de eigenaresse van het gastouderbureau bij ons langs om te evalueren. Anderen mensen zouden dit misschien niet meer hebben gewild, maar ik werk in de zorg, heb een pedagogische achtergrond, en vanuit die gedachte wilde ik er aan meewerken. Ik wilde namelijk bereiken dat andere ouders dit nooit zouden overkomen, en dat die gastouders niet meer als gastouder mochten werken. We hebben echter nooit een excuus gekregen. 
 

Ze zag wel in dat het een en ander fout is gelopen, en dat er informatie in die melding stond waar zij niets van af wist. Ze gaf aan dat het ze het heel vervelend vond dat wij dit hebben moeten mee maken, maar een excuus, nee die moeten we nog krijgen. We hebben gehoord dat de betrokken gastouder is ontslagen en de bemiddelingsmedewerker op non-actief is gesteld en inmiddels ook is ontslagen. Een kleine troost. 

Wettelijk kun je niets

Als ik als buitenstaander ons verhaal zou lezen, zou ik zeggen: dat kan niet, dit is wel zo typisch, niet één maar zelfs twee gastouders die meewerkten aan een melding, daar moet een kern van waarheid in zitten? En dat is nou juist het probleem waar ik nu tegenaan loop. Ik weet dat het niet zo is, ik weet dat ze alles hebben gelogen, dat weet het AMK en onze familie en vrienden ook, maar als ik al zo denk na zoiets te horen/lezen, wat zou een buitenstaander dan wel niet moeten denken? 
Die zal dan ook wel denken, waar rook is, is vuur!! En dat vind ik moeilijk, dus is er een selectief groepje die er vanaf weet, ook het huidige KDV van onze zoon en meer mensen niet. Het is makkelijk gezegd dat alles anoniem gaat, dat je naam niet door het slijk wordt gehaald, maar dat wordt het wel. Ten eerste al bij de professionals, want die worden gebeld, maar je moet je gevoel toch ook kwijt? Er zit zoveel pijn en onmacht in je, zoveel verdriet en angst, dat kun je niet voor jezelf houden.

Wettelijk gezien kun je niets. Je kunt de melder niet aanklagen, niets. En dat vind ik niet terecht. Wij zijn van mening dat als er duidelijk aantoonbaar bewijs is (zoals bij ons) dat er daadwerkelijk bewust gelogen is in de melding (zelfs de feiten, die zo na te gaan waren bij bijvoorbeeld de huisarts, waren door de gastouders gelogen), de melder(s) aangeklaagd en wettelijk gestraft moeten worden. 
 

Ouders gaan namelijk door een hel als zoiets je overkomt. Ik ben wel van mening dat het belangrijk is dat er meldingen blijven komen, er zijn namelijk ook kinderen die het wel nodig hebben. Kinderen die het thuis wel heel slecht hebben. Er is echter geen waarheidsvinding en in rapporten wordt schaamteloos gelogen. 

Angst en weinig vertrouwen in anderen

Nog steeds heb ik weinig vertrouwen in anderen en ervaar ik soms angst wanneer de postbode komt. Je weet immers nu hoe makkelijk het is om een melding te maken en  te krijgen. Wij hadden nooit verwacht dat iemand zoiets zou doen en toch is het gebeurd. Wie garandeert mij dan, dat als de overbuurvrouw in een gekke bui is, het niet eens is met ons en ons een hak wil zetten, zij niet een melding maakt? 
 

Ik ben mij ontzettend bewust dat dit zo weer kan gebeuren, als iemand kwaad wil, en dat vind ik moeilijk. Het gaat gelukkig wel steeds beter en mijn man staat hier ook wat nuchterder in. Het vertrouwen in anderen komt stukje bij stukje weer terug, maar ik ben nog steeds panisch als ons zoontje een blauwe plek heeft, of huilt bij het afscheid nemen op het KDV.  

Onzeker 

Allemaal dingen die normaal zijn voor een peuter, maar waar ik heel erg onzeker van wordt, door die melding. Het is zelfs al zo erg, dat als ik een tijdschrift voor moeders lees en een verhaal lees over peuters, die moeten vallen en opstaan zodat ze kunnen leren en dat er praktijkvoorbeelden worden genoemd, ik soms echt kwaad kan worden. 

Ik kan bij mezelf soms heel moeilijk de ruimte vinden om mijn zoontje te laten klimmen en klauteren. Ik laat hem wel zijn gang gaan (tenzij het gevaarlijk wordt),  maar dit gaat met veel moeite en ik sta er altijd bij, want ja, als hij valt, heeft hij een blauwe plek, en we hebben inmiddels ervaring wat mensen daarvan kunnen denken (ook al had hij toentertijd zo goed als nooit blauwe plekken) en om dan te lezen hoe sommige ouders, in mijn ogen zo achteloos daarmee om gaan, dat vind ik erg moeilijk.

Tegelijkertijd realiseer ik mij dat dit gevoel niet terecht is en dat het niet leuk is wat ons is overkomen, maar dat die gastouders (gelukkig) niet een realistisch beeld zijn voor hoe de samenleving is en dat de meerderheid van de mensen vinden dat een kind een kind moet zijn, vies mag worden en leert met vallen en opstaan.
 

Slechte kwaliteit


Ik wil er wel bij zeggen, dat mijn man en ik beiden vinden dat ons verhaal ook tekent voor hoe de gastouderopvang in elkaar steekt. Hoe slecht de kwaliteit daarvan is. Mensen zijn bijna niet opgeleid, alles hangt af van cursussen en in sommige gevallen doen ze maar wat. Iedere gek kan gastouder worden, mits je de papieren hebt en een verklaring van goed gedrag hebt. Wat niets meer inhoud dan dat er gekeken wordt of je ooit in contact bent geweest met justitie. Er wordt niet gekeken naar je mentale gesteldheid, of je last hebt van bijvoorbeeld een psychiatrische stoornis. Naderhand zijn wij er namelijk achter gekomen dat één van die gastouders psychisch niet helemaal gezond was. 

Inmiddels is onze zoon een prachtige kerel van bijna 5 jaar. Hij is sociaal, vrolijk, loopt op voor in zijn ontwikkeling. De melding heeft ons echter wel getekend en we zullen dit niet meer vergeten.
 

 WV

vrijdag 26 juli 2013

Illegale adoptie met hulp van jeugdzorg

Christopher Booker (Engelse journalist) schrijft regelmatig over illegale adoptie door social workers in Engeland. Hij heeft ook in de English Telegraph een artikel geschreven over de zaak Ilja:

http://jeugdzorg-darkhorse-plus.blogspot.nl/2013/06/artikel-in-de-engish-telegraph-over-de.html

De Engelse ziekte heerst ook in Europa. Als u Christopher Booker intypt bij zoektermen vindt u meerdere artikelen  op deze blog van zijn hand

http://www.channel4.com/news/revealed-the-networks-helping-families-flee-social-services

 


http://www.telegraph.co.uk/comment/columnists/christopherbooker/10092748/Dutch-social-workers-catch-the-English-disease.html

Dutch social workers catch the English disease

Social workers are ripping families apart for no good reason in Holland but there such travesties of justice can be reported 

When it comes to social workers ripping families apart for no good reason, it seems the English disease is spreading. I have lately been following a bizarre case involving the kidnapping by Dutch social workers of two 10-year-old twins from a Russian-speaking Latvian family long resident in Holland. Pretty well everything about this case echoes what goes on behind closed doors in England: social workers colluding with a dysfunctional father to justify snatching distraught children from their mother, to incarcerate them miserably in care homes; the courts refusing to test evidence and accepting lies. But because this case is in Holland, not Britain, the family can be named and its shocking details publiced.

Unusually, for instance, we can see on YouTube the harrowing scenes from March 2012 which show the screaming children being carried by police from their family home to a waiting police van (Google “Kidnap of children from their mother by Dutch social services”). Nikolai and Anastasia Antonova were removed from their mother, Jelena, for three stated reasons. The first, astonishingly, was that they spoke Russian rather than Dutch at home (this is in clear breach of two articles of the UN Convention on the Rights of the Child, which enjoins respect for a child’s right to speak his or her family’s language). A second was the baseless claim that the family might return to Latvia to escape from the children’s estranged father, who had joined a weird cult that caused the family intolerable strain.

The third, according to the social workers who were working closely with the father, was that the children had “severely conflicting loyalties to their parents”. The children had made clear that they were frightened of their father and did not want to see him again.

Social services’ involvement began in 2010, when they tried to re-establish contact between the children and their father, who had already been investigated over claims of abuse against their older stepbrother Ilja. Now aged 24, he is a capable young man who has played a key part in fighting for his siblings’ release from the institutional care homes where they have been ill-treated and very unhappy.

Thanks to his success in publicising their plight in the media, he has more than once been arrested by the police. He has also won the support of two robust lawyers, a father and son, who have fought the case through a fraught succession of hearings.

Related Articles
Mother sent to jail on evidence she cannot see     
The opposition to secret courts is gathering pace     
Cuts, BBC? What cuts?

01 Jun 2013
Last November, the order under which the children were given into the care of a private company called Jeugdzorg Bureau lapsed. Jelena took her overjoyed children back. But a court accepted a new order, fraudulently backdated to cover the error, and the children were returned to another care company which earns €1,000 a week for looking after them.
 
In February, thanks to Ilja and a Latvian MEP, the family’s cause was taken up by the Committee of Petitions in the European Parliament, which asked for the Dutch government to explain its conduct in the case. The committee heard evidence from six other countries also angry over the seizure of their children by Dutch social services.
 
This story was widely covered in Latvia and Russia, provoking a demonstration outside the Dutch embassy in Riga. The Dutch government has still not replied to the request for a report on its conduct. Ten days ago, the family’s lawyers won a victory in the Dutch court of appeal, which castigated the social workers for their illegal backdating of last year’s care order, ruling that the children must be returned immediately to their mother. Within hours, however, the child-protection service of the Dutch ministry of justice, which had previously refused to intervene further in the case, persuaded a family court to reverse the higher court’s order. The twins thus remain in a care home, earning the company which runs it £42,000 a year.
 
The children are forbidden to speak Russian, own a mobile phone or watch the news on television. All this is in clear breach of articles in the UN Convention. Indeed, not the least shocking aspect of this story is that the Dutch authorities’ treatment of these children appears to be in breach of no fewer than 17 separate articles of this treaty, to which Holland is a signatory. But much the same is true of pretty well every case I have investigated here in Britain, where children have been snatched from their families for similarly dubious reasons.

The only difference is that in other countries such travesties of justice can be reported. In Britain, as we know, these horrifying stories must remain almost entirely buried from public view.


 Christopher Brooker

donderdag 25 juli 2013

Pleegzorg is een uiterste

Pleegzorg is een uiterste, maar BJZ gebruikt pleegzorg niet als uiterste, doch bij halen van bezettingsgraden gezien de Regeling Normbedragen Jeugdzorg (www.wetten.nl).

http://wetten.overheid.nl/BWBR0026916/geldigheidsdatum_03-08-2013

Pleegzorg is niet zo goed
voor een kind als opgroeien in de vertrouwde omgeving en in die omgeving die later niet belast is door "jeugdzorg-leugens", zoals een kind dat pubert dat ervaart. Het syndroom PAS ligt op de loer bij jeugdzorg bij/met omgangsfrustratie en uithuisplaatsen.

Bij: http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.nl/2013/07/rechten-van-de-biologische-ouders-nog.html#comment-form . Kinderen hebben later met 85% kans de behoefte beide ouders te kennen, en het gemis is pijnlijk.

(Pleeg)ouders:
 
- Het gebeurt vaak dat de pleegouders suggestieve informatie krijgen via de gezinsvoogd over wat er thuis aan de hand zou zijn geweest. Hoe kunnen pleegouders dan valide meespreken? Pleegouders zouden zelf met de ouders dienen te spreken.

- Veel pleegouders representeren zich minder goed dan eigen ouders, wat afstraalt op de hechtingsvaardigheid en sociale vaardigheden van de pleeg-opgroeienden. Opvoeders zijn het levensvoorbeeld voor een kind. Niet-autonome gehechtheidsrepresentatie dat veel voorkomt bij pleegouders is dus één van de gevaar-aspecten bij Uithuisplaatsen (UHP) (M.Dozier, 2002).

- Veel pléégkinderen krijgen negatieve verhalen te horen over hun eigen ouders, als het kind vraagt 'waarom' het weggeplaatst is, of 'waarom' het zijn ouders nauwelijks mag zien. Of  'waarom' het kind na 'n kwartaal gemis aan eigen ouders na 1 uur bezoek, en het net gewend raakt en hoopvol op terugkomen bij ouders,  weer gestraft moet worden met afscheid nemen.

- Als het kind daarop zich recalcitrant gedraagt, meldt de pleegouder dit aan de gezinsvoogdij, en de gezinsvoogd meldt dit weer naar de rechter alsof de "ouders een gevaar zijn" vanwege dat (ongediagnosticeerde) gedrag, terwijl het juist nog op hechting en hoop duidt! Dat afscheid nemen en weer maanden de ouders niet zien wordt niet herkend door het niveau jeugdzorgwerker=gezinsregisseur=gezinsvoogd.
 
- Voor BJZ heet recalcitrant gedrag na bezoekjes dat het "kind 'onthecht' zou zijn aan de ouders", of dat "er een verkeerde invloed van de ouders uitgaat", en 't kind dus "niet terug geplaatst kan worden". (Ach, rechters, lees eens een ontwikkelingspsychologieboek).

- Dat beweren vanuit BJZ/gezinsvoogdij is volkomen  ondeskundig en de rechter vals bespelend.

- Dat terwijl de rechter denkt dat BJZ als feitelijke tegenpartij van het gezin de 'specialist' of de 'professional' is, wat dus niet juist is maar een gemakzuchtig geloof. (maandblad FJR 2012/95).

- (CRvB:) LJN BD1113 geeft de rechter de mogelijkheid naar feiten te kijken, en die ontbreken vaak in het dossier van BJZ. Soms hebben ouders wel feiten, die ze niet mogen inbrengen van de gezinsvoogd, soms zelfs op straffe van nog minder contact tussen kind en ouders, dus een chantagemiddel tegen de rechtsgang....

- Zie ook het McMichael-arrest, EHRM, 24-02-1995: beide partijen, ouders en gezinsvoogdij, dienen over dezelfde stukken te beschikken; maar BJZ geeft slechts een geselecteerde inzage in dossier aan ouders en inspectie.

Advocaten:

Te vaak beweert BJZ gemakshalve en zonder bewijs dat het te verwachten is dat de ouders niet leerzaam zouden zijn om een beweerde bedreiging die niet gediagnosticeerd is weg te nemen. Deze woorden komen uit het cliché-artikel 1:254, lid 1, BW (
www.wetten.nl). 
 
Het Indicatiebesluit en Plan van aanpak van BJZ is geen bewijs!!!
Laat met spoed een diagnose doen, waarbij de ouders meegenomen worden, en niet een indicatie door BJZ, maar een diagnose... door een passend academisch medisch gevormde specialist. En stel een (v)OTS en erger uit tot na diagnostieke anamnese. Of houdt de OTS op 2 maanden. Verleng niet zonder rapport van de deskundige, en verleng de OTS niet als BJZ zelf een zogenaamde expertiserapport afgeeft, dat dan geen diagnose betreft (waar de cliënt onder de WGBO gezíén is; BW7:446 e.v.)!

Een diagnose voorafgaand aan een Jeugdzorg-traject is ook nodig als nulmeting ter vergelijk of een beweerd hulptraject ook nadien werkt.

Rechters:

- Een diagnostisch rapport van een specialist die de cliënt heeft gezien en onderzocht, tezamen met de onderzoeksvragen aan hem die geratificeerd zijn door de ouders of aangevuld, zou als beter bewijs kunnen dienen.

- Een rechter moet rekening houden dat BJZ/gezinsvoogdij de tégenpàrtij is met eigen ondeskundige belangen, t.a.v. het kind:

- OTS met beweringen en dreigementen is niet effectief en de sfeer van het kind verpestend.
- Uithuisplaatsen is geen therapie.

- Diagnose is nodig (binnen 3 maanden) voor een therapie of behandeltraject. (Een Gz-traject is gemiddeld goedkoper dan een Jz-traject).

- Verzuim van diagnose laten stellen door BJZ wijst op vertragingstactieken van de gezinsvoogdij. Is niet gezond voor het kind!

- Een verlengings-verzoek na een (liefst half) jaar OTS+UHP zònder dat in de eerste maanden een diagnose is gesteld en zonder dat een therapie is begonnen, -incl. na dat jaartje een voortgangsrapport van de therapeut zelf,- is een teken van inspanningsverzuim en onbetamelijk handelen door BJZ/gezinsvoogd, en dient niet verlengd te worden uit voorraad (BW6:162,lid 2, fatsoen) en daarbij....

+ T.a.v. 'moeten terugplaatsen' moet bij tegenwerking door BJZ een dwangsom staan die de gezinsvoogd zelf dient te betalen (Beroepscode voor de jeugdzorgwerker - als verantwoordelijkheid op de persoon zelf); Vaak verzint de gezinsvoogdij smoezen om het kind toch niet terug te plaatsen of vraagt een spoed-uithuisplaatsing aan terwijl dat in feite niet mag gezien artikel 800 Rv:

lid 3.: "De beschikkingen tot voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige en tot machtiging van de stichting BJZ... om een minderjarige [telefonisch of per fax] uit huis te plaatsen ... kunnen alleen dan áánstonds worden gegeven, indien de behandeling niet kan worden afgewacht zonder ònmiddellijk en èrnstig gevaar voor de minderjarige. Deze beschikkingen verliezen haar kracht na verloop van twee weken, tenzij de belanghebbenden binnen deze termijn in de gelegenheid zijn gesteld hun mening kenbaar te maken."

= Dus als de bedreiging uitgaat van school en het kind is thuis, dan is er geen onmiddellijk gevaar; als het kind bij moeder verblijft, en niet bij de gescheiden vader en de vader zou het vermeende bedreigende gevaar zijn, dan is er geen onmiddellijk gevaar; of als de ouders geen cursus mochten volgen ter verbetering van hun pedagogische representatie dan is er geen acuut gevaar. Thuiszorg ligt dan voor de hand middels
www.BasicTrust.com_-video-interactie-begeleiding of www.Gordontraining.nl . Dat werkt vaak effectiever. Effectieve zorg is goedkoper en frustreert niet, niet zo als "bemoei-zorg" zoals ouders dat regelmatig ondervinden binnen jeugdzorg, dat geen gezondheidszorg is. 

- Een uithuisplaatsing is daarentegen wel een direct gevaar voor het kind en zijn ontwikkeling en een gevaar voor zijn zelfbeeld, gezien de nadelige aspecten van een uithuisplaatsing op de psyche van het kind, dat internaliserend en later vaak ook externaliserend zich kan uiten, en die uitingen zijn dan NIET de schuld van de ouders, wat BJZ graag aan de rechter doet geloven. 

Aan pleegzorg kleven gevaren t.a.v. het kind en zijn zelfbeeld en ontwikkeling.

TS

Update: 10-10-2015


De cijfers uit onderzoek liegen er niet om: bijna de helft van de pleegzorgplaatsingen eindigt in een breakdown, een niet geplande breuk in het leven van een kind. Een percentage dat ik persoonlijk onverdraagbaar vind en dat volgens mij ook drastisch naar beneden kan. Het vraagt van professionals, instellingen en gemeenten om werk te maken van de aanbevelingen in de Richtlijn Pleegzorg.

Als een kind uit huis geplaatst moet worden, is de eerste keus een vervangend gezin, daar is iedereen in Nederland het over eens. Het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind is er helder over; het is opgenomen in de Jeugdwet en in de Richtlijn Uithuisplaatsing. Als kinderen niet bij hun ouders kunnen wonen, is een zo gewoon mogelijk vervangend gezinsleven de beste keuze.

Laten we ambitieus zijn: binnen vijf jaar minder dan 10 procent breakdowns in de pleegzorg!

Uit onderzoek blijkt echter dat opgroeien in een ander gezin niet vanzelfsprekend goed gaat. Nederlandse onderzoeken rapporteren een breakdownpercentage van 45 procent en internationaal schommelt het tussen de 25 en 50 procent. Kinderen die ouder zijn dan 10 jaar, die ernstige gedragsproblemen hebben en die al vaker zijn overgeplaatst, hebben een tien keer zo grote kans dat het misgaat in een pleeggezin dan andere pleegkinderen.

Probleemgedrag kan toenemen

Een breakdown is niet zonder gevolgen voor het kind. Bij kinderen die al probleemgedrag vertonen, kan de ernst daarvan toenemen. Bij kinderen zonder probleemgedrag kan een breakdown probleemgedrag veroorzaken. Aangezien probleemgedrag het risico van een breakdown bij een toekomstige plaatsing verhoogt, neemt zo voor het pleegkind de kans op een langdurig stabiele leef- en opvoedingssituatie af. De kans is aanzienlijk dat deze kinderen op latere leeftijd allerlei problemen ontwikkelen.

Stabiliteit vergroten

Het goede nieuws is dat er nu een richtlijn is met aanbevelingen voor het vergroten van de stabiliteit van pleegzorgplaatsingen. Professionals moeten alert zijn op risico’s die bijdragen aan een breakdown, zoals toename van het probleemgedrag van het pleegkind, afname van adequaat opvoedgedrag van pleegouders en een verstoorde relatie tussen ouders en pleegouders. Het is belangrijk tijdig begeleiding in te zetten om het opvoedgedrag van pleegouders te versterken, het probleemgedrag van het pleegkind te verminderen en de samenwerking tussen ouders en pleegouders te verbeteren.

Dat klinkt misschien simpel, maar blijkt in de praktijk bepaald niet simpel te zijn. Het vraagt om pleegzorgbegeleiding, ingezet door deskundige professionals en gefaciliteerd door instellingen en gemeenten. Zij moeten de handen ineen slaan voor een professionaliseringsslag binnen de pleegzorg. De richtlijn geeft daar duidelijke aanwijzingen voor. Laten we ambitieus zijn: binnen vijf jaar minder dan 10 procent breakdowns in de pleegzorg! Wie pakt de handschoen op?

OOK:

https://www.inspectiejeugdzorg.nl/actueel/nieuws/nw_detail.asp?nw_id=436 

Wéér een zinloze discussie?

Vanavond op Omroep Max (Hollandse zaken – Nederland 2 – 21:10) zal er weer eens ‘discussie’ gevoerd worden over waarom echtscheidingen toch zo uit de hand kunnen lopen. Ik zet het woord discussie tussen aanhalingstekens, omdat discussieprogramma’s in ons land zich kenmerken door drie belangrijke tekortkomingen. Ten eerste wordt het onderliggende probleem van veel zaken onberoerd gelaten. Ten tweede krijgen mensen die een goed verhaal hebben vaak niet de tijd om uit te praten, want de microfoon gaat alweer naar de volgende. En het belangrijkste minpunt van allemaal; we zijn niet echt op zoek naar een conclusie of antwoord op de oorspronkelijke vraag, maar nemen er genoegen mee dat iedereen een beetje stoom heeft mogen afblazen door zijn zegje te doen. 

http://www.hollandsezaken.tv/uitzending/uitzending/hollandse-zaken-donderdag-25-juli-2013/

Wat verwacht ik voor de uitzending van vanavond? Naar alle waarschijnlijkheid zal de werkelijke rol van Bureau Jeugdzorg in moeilijke echtscheidingen niet duidelijk worden en indien er een bestuurder van jeugdzorg aanwezig is, zal deze de gelegenheid te baat nemen om nog eens te benadrukken hoe goed het is dat jeugdzorg bestaat, met het steeds verder toenemen van de aantallen vechtscheidingen. De instantie die in veel gevallen juist bijdraagt aan de escalatie van de echtscheidingsproblemen, omdat ‘in het belang van het kind’ ouders verder tegen elkaar opgezet mogen worden, zal zichzelf opnieuw profileren als de goedheiligman die helaas voor de kinderen, een beetje streng moet zijn voor de ouders. Bijvoorbeeld door de ouders hun kinderen af te nemen, wat ze jammer genoeg nooit omgekeerd formuleren, als het kind de ouders ontnemen. Daar zijn toch fijne pleeggezinnen voor? Jammer is ook, dat in pleeggezinnen twee maal zoveel misbruik voorkomt als in gewone gezinnen…(Commissie Samson) 

De Dr. Phil show

In een uitzending van Dr. Phil gisteravond werd een moeder stevig door de tv-psycholoog aangepakt (vader overigens ook) die lachend zat te vertellen wat er allemaal niet deugde aan haar ex-man. Wat Dr. Phil vooral irriteerde was dat moeder de kinderen 6, 8 en 13 een briefje had laten lezen waarin stond dat ze hun vader niet meer wensten te zien en dat de inhoud van dit briefje gericht aan vader hun goedkeuring had. Terecht werd moeder berispt voor de verregaande onverantwoordelijkheid om kinderen te betrekken in een ruzie tussen volwassenen. Dr. Phil begrijpt de dynamiek van dit soort conflicten, maar hij vond hoe de ouders zich naar de kinderen gedroegen onacceptabel. Na de confrontatie probeerde hij ze ervan te doordringen dat vader zijn best moest doen om moeder te ondersteunen in haar relatie met de kinderen en dat moeder de vader moest ondersteunen bij het onderhouden van een band met zijn kinderen.  


Bij Bureau Jeugdzorg ligt dat anders. Die denken niet enkel aan het belang van kinderen, maar in de eerste plaats aan hun eigen positionering als jeugdbeschermer in de markt van de jeugdhulpverlening en de werkgelegenheidsbelangen die daar spelen. Het is voor jeugdzorg niet voordelig als werkelijk zou gebeuren wat in het beste belang is van de kinderen, dat papa en mama ondanks de scheiding toch tot een soort van samenwerking kunnen komen. Dat de boel niet verder escaleert en er ondanks veel zeer aan beide kanten toch een communicatie gaande blijft en een minimaal respect voor elkaar, zodat de kinderen zo min mogelijk te lijden hebben onder de breuk van hun ouders. Daar heeft jeugdzorg natuurlijk niets aan, want zo krijg je een rapport niet vol. Niet een rapport waar je iets aan hebt als jeugdbeschermer. Een goed rapport is gevuld met ‘zorgelijke signalen’ en vermoedens van hoe de situatie zou kunnen verslechteren, aangenomen dat ouders geen hulp zullen accepteren, waar de gezinsvoogd met haar onmogelijke gedrag wel voor zal zorgen. Het is daarom ook noodzakelijk voor jeugdzorg om ver te blijven van de feiten over vaders’ of moeders’ geestelijke gezondheid en in plaats daarvan er driftig over te speculeren.  

De zwevende feiten van jeugdzorg

Dat hoeft jeugdzorg niet altijd zelf te doen, want dat is het mooie van echtscheidingen die je meehelpt te laten ontsporen. Je kunt gewoon noteren wat vader of moeder er in hun onverwerkte woede uitslingeren over elkaar, want daar heeft de kinderrechter wel oren naar. Dus recente  rapporten en onderzoeken van organisaties die in het voordeel van de ouder(s) pleiten, los van de werkgelegenheidsbelangen en controlezucht van jeugdzorg, gewoon aan de kant schuiven en stevig doorspeculeren. Altijd opgeleukt met het mooie excuus dat jeugdzorg niet de feiten hoeft op te schrijven, maar wel melding doet van de dingen die ‘feitelijk gezegd zijn’ (Jan Dirk Sprokkereef). Met andere woorden, het loont niet voor jeugdzorg om ouders op te voeden door ze in te laten zien dat ze alleen de kinderen ermee hebben door zich op elkaar af te reageren en ten onrechte te verwachten dat jeugdzorg het eigen verhaal zal ‘geloven’ tegenover de ‘leugens’ die de andere ouder vertelt. Ze begrijpen niet dat jeugdzorg blij is met elke negatieve uitlating, van welke zijde ook afkomstig.  

 
Welke keuze ze daarin maken, partij kiezen voor vader of voor moeder, dat zien ze later wel. Een mogelijkheid zou ook kunnen zijn om beide ouders hun kind te ontnemen (en de kinderen hun ouders) want het is maar net wat het beste past in de strategie. Dat jeugdzorg de totale controle moet hebben is in ieder geval het streven en wat er met die kinderen gebeurt en de gevolgen voor hen van het ont-ouderd worden, dat zoeken ze later maar uit bij de regressie-therapeut (‘Ik zie beelden van een politieauto die voor de deur stopt en ook van mensen in burger. Mijn moeder gilt, mijn vader vloekt. Ik wordt meegenomen naar een onbekende locatie en moet daar heel lang verblijven, zonder contact met mensen die ik ken’) Dat is de zorg van jeugdzorg niet, want het is vooral het zien van zorgwekkende signalen waar ze goed in zijn en niet zozeer het ‘zorg dragen voor’. Het is frappant hoeveel zorgen ze hebben voor kinderen op de korte termijn en ten behoeve daarvan de lange termijn voor een kind kunnen ruineren. Maar dat ligt ook een beetje aan de jeugdigheid van veel jeugdbeschermers. Als je jong bent kun je nog een beetje van de opstandigheid naar je eigen ouders, als uitloper van de puberteit, transporteren naar de ouders die je onderzoeksobject zijn. Nu ben je opeens ‘professional’ en krijg je voor die stuurse meningen niet langer een draai om je oren, maar een schouderklopje! 

Jeugdzorg geheel overbodig

Het is al lang bekend dat er opvoedingsdeskundigen zijn buiten de dwanghulp van jeugdzorg, die goedkoper zijn, betere resultaten genereren en de kinderen niet hun ouders afnemen als daar niet een absolute noodzaak voor is. En voor die groep waarvoor jeugdbescherming echt noodzakelijk is, heb ik eveneens mijn twijfels over het effect van jeugdzorg. Naar mijn idee worden ook mensen die op het randje leven van geestelijke gezondheid, door jeugdzorghulp eerder over dat randje geduwd dan ervan weg gehouden. Op twee manieren; door ouders die echt pedagogisch onbekwaam zijn teveel herkansingen te geven en geen maatstaf te hanteren voor het herkennen van een falende interventie. Maar ook door ouders die best bereid zijn tot samenwerking met de hulpverlening onnodig te treiteren, om zo een juridisch gevecht uit te lokken wat jeugdzorg bijna  altijd wint. Er zijn talloze ouders waarvan onomstotelijk vast staat dat ze een goede intelligentie hebben, een goede opleiding en tot het moment dat ze met jeugdzorg in aanraking kwamen, ook een normaal leven. Er is werkelijk niets in de wereld te verzinnen wat de oorlog die jeugdzorg tegen deze mensen voert zou kunnen rechtvaardigen, buiten de onwil van dit totalitaire apparaat om het eigen ongelijk toe te geven en ‘in het belang van het kind’ reputatieschade op te lopen als organisatie en inkomstenderving. 

Dus wat zal de uitzending van vanavond brengen, afgezien van het cliché dat wat er met de broertjes Julian en Ruben is gebeurd, zó erg is dat dit ‘nóóit meer mag gebeuren’? Waarschijnlijk niet het doorbreken van het taboe op het stevig doorzagen van de jeugdzorgbestuurder, door zijn woorden kritisch te wegen en zijn algemene riedeltjes te concretiseren met voorbeelden van situaties waar jeugdzorg aanwijsbaar gefaald heeft en gelogen tegen de kinderrechter. Vragen stellen als wat er moet gebeuren om jeugdzorg te laten ophouden met het uit elkaar drijven van ouders. Dat zullen we waarschijnlijk niet te zien krijgen, want dan komt er nooit meer een jeugdzorgbobo in de uitzending. Er zal een handelaar in kindermishandeling met een gespeelde triestheid vertellen dat het een ‘toenemende zorg’ is van Bureau jeugdzorg, al die vechtscheidingen. Dat ze er alles aan doen om kinderen te beschermen tegen de onredelijkheid van hun ouders. Dat de doorgeslagen individualisering in de samenleving daar debet aan is en dat die arme jeugdzorg deze brokstukken steeds weer moet lijmen (‘met steeds minder geld’). En de onwetende mensen thuis voelen zich weer massaal ‘betrokken’ bij het onderwerp en zijn blij dat er nog idealistische mensen bestaan, die zoveel goed werk doen.

Sven Snijer