maandag 17 maart 2014

Jeugdwet voor leken zoals ik

Ik ben geen columniste, geen blogger, geen schrijfster, ik ben ook geen politica, ik ben gewoon een moeder. Een moeder met zorgen om haar twee kinderen (8 en 10 jaar), net als zoveel moeders. Maar naast de ‘gewone’ moederzorgen, heb ik wat extra zorgen om mijn jongste telg. Onze dochter is geboren met een neurologische afwijking, hierdoor heeft ze een verstandelijke beperking: klassiek autisme, ADHD en epilepsie. De zorgen rondom haar en haar toekomst zijn op het moment erg aanwezig door alle veranderingen en bezuinigingen in de zorg en het sociale domein.

Gemeenteraad verkiezingen en de jeugdwet


Vol verbazing volg ik het nieuws rondom de gemeenteraad verkiezingen. Natuurlijk gaat dit om plaatselijke thema’s zoals; wel of geen randweg, goedkoper parkeren in het centrum en keuzes in renoveren of nieuwbouw van het stadhuis. Dat is logisch en hoort ook echt bij gemeentelijke politiek.

Maar tot mijn verbazing is er weinig tot geen aandacht voor de grote veranderingen in het sociaal domein die dit jaar op de agenda staan en waar de gemeente de verantwoordelijkheid over krijgt. Ik zie er vrijwel niets over terug op folders van de (plaatselijke) partijen of in de kieskompas, maar ook in gesprekken met mensen valt het me op dat men niet goed weet waar alle ophef rond de transities om gaat en wat er op het spel staat. Met name jeugd-ggz is een zwaar onderbelicht onderwerp.

Transities

Van de vier ingrijpende decentralisaties (WMO, Jeugdwet, participatiewet en passend onderwijs) in het sociaal domein, is er één die me erg aan het hart gaat. En dat is de jeugdwet. Onder deze jeugdwet vallen alle jeugdhulpverlening die nu al onder de gemeente vallen en vanaf januari komen daar een aantal taken bij; jeugdzorg, jeugd-ggz, jeugdreclasserening en jeugdbeschermingsmaatregelen. 


Nu vind ik het principe van ; ‘zorg dichterbij de cliënt brengen’ op zich zelf staand, geen slecht idee. Maar in het geval van jeugd-ggz slaan ze naar mijn idee de plank volledig mis. Jeugd-ggz is gezondheidszorg en had net als de volwassen GGZ en alle somatische zorg in de zorgverzekeringswet moeten blijven. Maar ondanks grote weerstand vanuit het beroepsveld, artsen en heel veel ouders gaat de jeugd-ggz toch over naar de gemeenten vanaf 2015 en dan ook nog eens samen met een fikse bezuiniging op het budget.

Gemeenten

En wat gebeurt er nu in de gemeenten? Er zijn veel wisselde berichtgevingen in de media, waarbij de één schrijft dat een groot deel van de gemeenten in paniek is en de zorg niet rond krijgt en een ander schrijft weer dat de meeste gemeenten netjes op schema lopen. Lastig om daar de waarheid uit te halen en het stelt mij als ouder niet echt gerust. Er is onvoldoende kennis binnen de gemeenten over jeugd-ggz. Veelal wordt in de plannen de zorg voor jeugdzorg en jeugd-ggz op een hoop gegooid en ook de termen worden door elkaar gebruikt. Zelfredzaamheid, preventie, eigen kracht, opvoeding en participatie staan op de voorgrond in de beleidsplannen voor het hele sociaal domein en ook al kan dat een mooie extra ondersteuning zijn bij jeugd-ggz, maar het kan de professionele en medische hulpverlening niet vervangen.

Jeugdggz.  

Veel kinderen die door de huidige jeugd-ggz behandeld worden hebben stoornissen, beperkingen en/of handicaps (zoals autisme, verstandelijke beperking, angststoornissen, ADHD, anorexia, PTSS, ernstige trauma’s en zelfs suïcidale kinderen ). Veel van deze stoornissen zijn erfelijk en/of aangeboren en komen niet door (gebrek aan) opvoeding zoals wel eens gedacht wordt. Bij het behandelen van deze stoornissen speelt vroege signalering een grote rol, en daarbij een op de stoornis gerichte opvoedondersteuning en professionele zorg, diagnosticeren en eventueel medicatie. Dit zijn geen problemen die op zijn te lossen met een potje voetbal of wat muziekles, zoals sommige politici schijnen te denken.

Oproep

Wat ik graag zou willen doen is een oproep aan de plaatselijke politiek en beleidsmakers: verdiep u in de verschillende doelgroepen. Generaliseer niet, ga niet mee in de standaard vooroordelen die doorklinken vanuit Den Haag en roep niet te snel iets in het rond, als u niet goed weet waar u het over heeft. 

Dat kan heel pijnlijk zijn. En als laatste; probeer te luisteren naar de mensen die ermee te maken hebben; professionals, ervaringsdeskundigen en ouders. Kom eens achter de budgetten en cijfertjes vandaan en kijk eens naar de gezinnen en vooral de kinderen die afhankelijk zijn van deze hulp.

Ouders

Op verschillende plekken in Nederland ontstaan ouderplatforms die binnen gemeenten, maar ook in scholen (passend onderwijs) de stem van ouders vertegenwoordigen, omdat dit individueel niet te doen is. Ook in regio Utrecht West (Woerden) is een ouderplatform (UW Ouderplatform.nl) actief bezig om ervoor te helpen zorgen dat deze zeer kwetsbare groep kinderen ook na de transitie de (medische) zorg en begeleiding blijft krijgen die ze nodig hebben. Zij gaan in gesprek met ouders, lokale instanties, onderwijs en gemeente, maar organiseren ook gespreksgroepen, training en thema bijeenkomsten.

Debby uit Woerden

2 opmerkingen:

  1. Het is misschien wel de aloude politieke truc:
    - Als je iets verandert aan een bestaand systeem ziet iedereen precies wat je doet en kan er veel discussie en protest ontstaan.
    - Als je het hele systeem wijzigt heeft bijna niemand in de gaten wat de effecten precies zullen zijn, en tegen dat het wel duidelijk wordt ben je zelf al weer weg of was het allemaal 'niet voorzien'.

    Dat een nieuw systeem weer nieuwe problemen veroorzaakt zitten de dames en heren in Den Haag blijkbaar niet mee, zelfs niet - blijkbaar - nu het NB om veel kwetsbare kinderen gaat.

    Wat zegt dat eigenlijk over onze politici?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waarom gaat er zoveel mis?

    (Bron: http://www.stichtingkog.info)

    KOG is van mening, dat de volgende punten veel narigheid veroorzaken in Jeugdzorg / RvdK:

    1) De houding: wij redden kinderen en laten ons daar niet van weerhouden door juristerij.
    Je hebt tenslotte je eigen verantwoordelijkheid. In Den Haag weet men niet zo goed wat er allemaal speelt in gezinnen. Desnoods liegen wij voor dit goede doel, ook tegen de rechter.

    (Door deze houding is het ook niet heel belangrijk of de wet wordt aangepast: men houdt zich immers niet aan de wet.)

    2) Enerzijds dus te weinig vertrouwen van Jeugdzorg en RvdK in anderen, in de wetgever en ook in de rechter: dik maar aan wat je mening ondersteunt en laat maar weg wat die mening niet ondersteunt, ga maar alvast op de stoel van de rechter zitten; anderzijds te veel vertrouwen, namelijk van de rechter in de rapporten van jeugdzorg en RvdK: dat zijn de feiten. Als anderen, met name ouders, iets anders beweren, zitten zij ernaast.

    Rechters doen soms dus niet wat zij moeten doen: feiten onderzoeken en rechtspreken.

    BeantwoordenVerwijderen